DER ÏÜDDELBDSGSCHE HAVEN. 5 De zwarigheden mij door hetzelve geop perd toonden mij de noodzakelijkheid aan van eenige plaatfelijke kennis te verkrijgen. Aangefpoord door dcszclfs roemwaardig voor beeld, daar het de Wetenféhappen tot derzelver nuttigst en edelst doeleinde'trachtte te doen die- na zoodanige Prijsvragen voortellendewel ke oene onmiddeiijke betrekking tot het werk- d, ig welzijn der Maatfchappii hebben aan gevuurd door de moeijclijkheden zelve,en voor- r.l bezield met de innige zucht om ware het mogelijk tot het heil eener Stad mede te werken welker vorige nijverheid en handel an andere Werclddeelen tot een der bronnen van den bloei des Vaderlands dienden, befioot ik hoe zeer door onvermijdelijke bezigheden «verkropthoe zeer een onftuimige Winter .alle Wegen tot plaatfeliik onderzoek fcheen af te fnijden, in de oogenblikken die ter mijner befchikking {Tondenop de plaats zelve te be- oordeelen in hoe verre mijne gronden en omwerpen daar op toepasfelijk waren, en door de verkregene kennis te beproeven, de geop perde zwarigheden op te losfen. Mijne denkbeelden hadden enkel gedeund op de Kaarten. Ik ontdekte weldra hoe weinig ,die met de tegenwoordige gefteldheid der zaak «vereen kwamendcrzelver onnaauwkenrigheid A voor

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 97