DER MIDDELBS3 RGSCHE HAVEN. zekerlijk het werk van vier of vijf Winterda gen niet. Door deze hinderpalen te meer verpligt mij nen aandacht op het onderwerp te vestigenbe- kenne ik dat ik zwarigheden ontwaarde wel ke mij in veie opzigten onoplosbaar toefche- nen en dat, hoe zeer mijne voorgeftelde gron den op het Kanaal zeiven toepasfelijk bleven, hoe zeer de voornaamfte ontwerpen van verbe tering ten dien aanzien mij voldoende lebenen 'er echter buiten het Kanaal ömftandigheden plaats hadden, die alles konden verijdelenzoo men de ontwerpen niet naar dezelve inrigtte. Ten einde deze, van buiten plaats hebben de omftandigheden, zoo veel in mijn vermogen is, klaar te doen blijken en 'er de noodzake lijkheid uit aantetoonendat bij de uitvoering van alle ontwerpen dezelve vooraf dienen over wogen te worden ben ik gedwongen, in het volgend onderzoek de zaak van wat liooger op te halen dan tot de enkele beantwoor ding der Vraag, voor zoo ver dezelve alleen betrekking tot het Kanaal van Welzinge heeft misfehien zoude vereïscht worden. E E R-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 99