120 liij een kort verslag van 's mans voornaamste levensbijzonder heden. Terwijl hij zijne hoorders naar het eerlang te ver wachten levensberigtdoor Ds. H. Q. Janssen toegezegd, verweesschetste hij met enkele trekken het beeld van den man wiens werken voor zoo velen nuttig en leerzaam zijn en wiens nagedachtenis bij allen die hem gekend hebben in zegening is. Hij volgde Dresselhuis op den weg zijner veelzins voorspoedige ontwikkeling en deed het veel omvat tende van zijn' geest, liet voortreffelijke van zijn hart uit komen. Hij sprak over de levensvreugde en de levenssmart door üressbliiuis ondervonden, die tweemaal gehuwdzijnen eenigen veelbeloovenden zoon op zeven-en-twintigjarigen leeftijd ten grave moest dragen. Hij herinnerde met aandoening, hoe de krachtvolle mandoor den zwaren slag diep getroffen, zijn laatste levenstijdperk in beklagenswaardigen toestand doorgebragt had, tot dat hij aan de teedere en trouwe zorg zijner hem overlevende echtgenoot en eenige zuster op den 23 Augustus 1861 ontviel. Maar vooral legde de spreker nadruk op de groote ver diensten waardoor Dresselhuis uitmuntte. Trouw en ijverig als herder en leeraar beoefende hij de wetenschap met het gelukkigst gevolg. Als godgeleerde verwierf hij zich op het gebied der uitlegkunde en der kerkelijke geschiedenis meer dan eens het gouden eermetaalenterwijl hij honoris causa tot theologiae doctor benoemd werd, waardeerde de kerk even zeer zijne verdiensten door hem in de synode en in de synodale commissie eene plaats te geven. Het grootendeels door hem ontworpen concept-reglement voor de administra tie der kerkelijke goederen wordt nog tot gids gebruikt en de titelNederlandsche hervormde kerk in plaats van hervormde kerk in Nederland werd naar zijn voorstel aangenomen. En niet minder dan de kerk trok de school zijne opmerk zaamheid. Met ingenomenheid sprak de redenaar over de liefde en den ijver, waarmede Diiksselhuis gedurende 22 jaren de betrekking van schoolopziener in het 3dc district

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 126