122
Hij verklaarde, dat liet hem eene behoefte was om luide en
krachtig getuigenis af te leggen tegen allen die wegens on
verstand of dweepzucht tegen het oprigten van een gedenk-
teeken zich verzetten. Het was geenszins het doel der com
missie om een mensch te vergoden en hierdoor God te ont-
eeren - huichelarij en laster alleen kan dit beweren
maar zij wenschte naar bet voorbeeld der vaderen die ook
hunne groote mannen door praalgraven en gedenkteekenen
vaak binnen de wanden der bedehuizen opgerigt, hadden ver
eerd, de gedachtenis levendig te houden van een edel en ver
dienstelijk mensch, die, hoewel zijne groote geleerdheid door
alle bevoegden boog werd geroemdnogtans in hun midden
had geleefd nederig en eenvoudig en nimmer eigen eere had
gezocht. Hierdoor juist was Diiesselhuis waardig tot de ken
nis van het nageslacht te worden overgebragt; hierdoor zou
zijn gedenkteeken een getuigenis zijn tegen dweeperij en on
kunde en opwekken tot waarheid en licht.
De heer hoofdonderwijzer J. K. A. Ciiomjongh bragt hierna,
namens de Zuid-Bevelandsche onderwijzers-vereenigingzijne
hulde aan Dresselhuis, inzonderheid in diens betrekking van
schoolopziener. Gedurende 22 jaren heeft Dresselhuis zijne
zorgen aan onderwijs en onderwijzers gewijd en krachtig ge
werkt op de vorming van het opkomend geslacht. Hij wist
gemeentebestuurleeraar en onderwijzer tot het groote doel
„opvoeding en onderwijs" bijeen te brengen, en rigtte eene
onderwijzers-vereeniging opwaaruit voor hen allen zoo veel
goeds voortvloeide. Want door haar kwam een onderling Zuid-
Bevelandsch onderwijzers-begrafenisfonds tot standdoor haar
eene door Dresselhuis telkens verrijkte bibliotheek door haar
eene oefenschool ter opleiding van aankomende onderwijzers,
terwijl Dresselhuis in 1841 de aansluiting bevorderde aan het
onderwijzers-genootschaponder bestuur van de heeren Prof. P.
Hofstede de Groot en van Swinderkn. Dit alles bestaat
en werkt nog. Met dankbaarheid en hoogachting blijven
bovenal de onderwijzers Dresselhuis gedenken en de naam