123
waarmede zij in liunne vereeniging gewoon waren hem te be
groeten, blijft in hunne harten bewaard: vader Dresselhuis!
Op dezen spreker volgde de heer onderwijzer J. Jillk,
die in weinige dichtregelen Dresselhuis teekeude als hun
toevlugt, die altijd wijzen raad en, waar hij kon, hulp ver
leende, zoodat niemand van hem henen ging tenzij versterkt
en bemoedigd.
Eindelijk werden nog eenige oogenblikken geschonken
aan den heer hoofdonderwijzer van WolpliaartsdijkD. van
de Linde. Door langdurigen dagelijkschen omgang meende
deze beter dan anderen Dresselhuis te kunnen kennen
en met meer regt als mensch en christen hem te waarde
ren. Hij voerde dan ook eenige sprekende voorbeelden aan
van 's mans onbekrompen menschenliefde en van zijn edel
gedrag.
Na het aanhooren dezer bijdragen hernam de voorzitter
het woord met de aankondiging, dat het oogenblik gekomen
was om het gedenkteeken te onthullen. Hij noodigde daarom
de vergadering uit om hem naar het voorplein te vergezellen.
Daar schaarden zich nu allen rondom het gedenkteeken
en, na een kort lied door het mannenkoor aangehevengaf de
heer Mr. J. C. R. van der Bilt, lid der gedeputeerde sta
ten van Zeeland, op uitnoodiging der commissie het teeken,
waarop het schoon bewerkte gedenkteeken in sierlijken epnvoud
zich vertoonde. Oogenblikkelijk nam nu Ds. E. Moll het woord
„Leef dan voort! vader Dresselhuis! man van den vooruitgang,
man der wetenschap en der praktijk. Leef dan voort in onze
harten, trots alle reactie van ongeloof en bijgeloof. Liet gij
geenen zoon ons 11a, wij willen uwe zonen zijn. Mogt onver
hoopt de geest des kwaads uw gedenkteeken omverrukken, de
geest des lichts en der waarheid zal het weer oprigten. Leef
dan voort, geest des ontslapenen! Op den eersten November
is uwe gedachtenis gevoegd bij de gedachtenis aller heiligen."
De indruk, door deze woorden te weeg gebragt, werd door
het invallende mannenkoor versterkten met eerbied en aan-