41
dan ook enkele uren aan het spel wijden. Als hij van zijn'
stillen arbeid werd afgeroepenhij kwam met een opgeruimd
gelaat en bood gewillig zijn' tijd ook aan mensehen en zaken,
die zijn' geest niet konden opheffen boven den alledaagsehen
kring. Zelfs met lien, die in ontwikkeling zeer verre beneden
hem stonden, vrienden en betrekkingen zijner jeugd, kon hij
zichals 't pas gafuren lang bezig houdentot hun mid
delmatig standpunt afdalen, met hen schertsen, totdat eerst de
ver gevorderde nacht ter ruste dwong; maar altijd wist hij
toch het gesprek zóó te leideu, dat er voor verstand, gevoel
en hart nog iets te winnen viel. Zóóverre was hij van stroef
heid en gebrek aan levenslustigheid verwijderddat het com
fortable, een zeker bien-aise en tot op zekere hoogte de ge
makken en weelde des levens tot de eischen zijner natuur
behoorden. Hij genoot liet goede vrij en blij, dankbaar en
vrolijk, maar altijd matig en onberispelijk. Nog eens, hij
was zuinig op zijn' tijd, maar niet gierig; het edel, waar
achtig menschelijke beminde hij.
In iemand, in wien het gevoel zoo luide sprak, moet het
ons niet verwonderendat we ook dichterlijke gaven aantreffen.
Van dit talent bragt ik hier en daar een' proeve bijdie niemand
ongelukkig noemen zal. Schaarsch echter is wat van dezen
aard door hem is in druk gegevenofschoon hij bij bijzondere
gelegenheden zich meermalen in dichtmaat heeft doen hooren.
Zoo ook zond hijtoen aan mijn' vader één zijner kinderen
geboren waszijn' gelukwenseh in gebonden taalniet ver
moedende, dat diezelfde geboortedag vele jaren later zijn sterf
dag wezen zou. Toch zullen we Dresselhuis daarom niet
een' dichter noemenal vonkt ook vaak in zijn' prosastukken
een dichtergloed. Het werktuigelijke der poësie was voor zijn'
vrijen geest te knellend, en zijn' gedachten waren doorgaans
op te streng wetenschappelijke onderwerpen gevestigd. Doch
dat onderwerp bezielde hemen vele bewijzen zijn er in zijne
schriften, dat dichterlijk gevoel in hem leefde.
Dat gevoel sprak ook dikwerf in zijne kanselredenen. Maar