O
ik, in 't gevoel van eerbied, dankbaarheid en liefde, mis
schien te veel over mijzelven en mijne omgeving gesproken heb
en spreken zal. En nu, niemand wachte een' lofrede, in op
gesmukte taal gekleed, al is 't dat mijn verslag van zelf
den lof des afgestorvenen vermelden zal. Niemand wachte
iets anders dan een levensberigt, ja met warmte uit den over
vloed des harten geschrevenmaar dat toch niets méér zijn zal
dan een eenvoudig en vooral een waarachtig levensberigt. Ik
ga trachten, zooveel 't mij mogelijk is, een levensbeeld te
schetsen, waardoor, gelijk onze geachte voorzitter zich uit
drukte x)„de geheele Dresselhuis wordt afgeschilderd."
„Transisalanus," dat was het pseudoniem, waaronder Dres-
selhuis nu en dan, vooral in zijn' eersten tijd, geschreven heeft
en waardoor ons gewezen wordt naar de provincie Overijssel,
die hem in de stad Kampen zag geboren worden, 't Was op
den 30 September 1789. Zijn vader was Harm Dressklhuis,
een buitengewoon diepdenkend, altijd onderzoekend man, een
geleerd en wijs Christenbegaafd met een zóó sterk geheugen
dat hij, in zijne huiskamer krank, niet alleen de plaats aan
duidde, waar men op zijn studeervertrek het boek zou vinden,
dat bij een' wetenschappelijke nasporing moest worden geraad
pleegd, maar ook de bladzijde, waar men over het onderwerp
lezen kon. Zijne moeder was Catharina ab Utrecht van
waar zijn geslachtsnaam ab Utrecht Dresselhuis 2).
1) De heer M. F. Lantsheer, toen hij in de algemeene vergadering van
het Zeeuwsch genootschap, gehouden in October 1861, aan de nagedachtenis
van Dresselhuis hulde bragt. Ilc dank den heer Lantsheer dat hij zoo
goed was mij van het toen gesprokene inzage te verleenen. Voor dit opstel
heb ik daarvan uitnemende diensten ontvangen en er vaak zelfs woordelijk
gebruik van gemaakt.
2) Harm Dresselhuis is eerst op gevorderden leeftijd begonnen zich te
wijden aan de godgeleerdheid. Den 27 October 1805 werd hijals proponent
der classis van Kampenin de predikdienst te Aardenburg met oplegging der
handen bevestigd door ds. Blaaubeen van Sluis, die toen eene rede hield over