85
als de jongste handeling van den Middelburgschen kerkeraad
in de zaak van Pieter Lansbergen op eene zoo grove wijze
beoordeeld, dat de kerkeraad er aanleiding in vond om zich
de zaak aan te trekkenom in den persoon van den aange
vallen predikant beleedigd te zijn, en om Lansbergen den 6
Julij 164.7 ter verantwoording te roepen wegens den smaad,
dien hij der kerke aandeed.
Het onderhouddat dien ten gevolge met Lansbergen
plaats hadbleek even weinig bij magte te zijn om de stem
ming te verbeteren en om den vrede te herstellen, als de
door den kerkeraad ingeroepen tusschenkomst van den ma
gistraat welke tusschenkomst slechts den doctor de beken
tenis ontloktedat hij zich eenigzins bad te buiten gegaanen
hem de belofte deed afleggen van niet meer, dan in den
uitersten nood, tegen den kerkeraad te zullen schrijven
Intusschen bleef deze alles in het oog houden wat Lans
bergen goed vond op kerkelijk gebied aan te vallen, te meer
omdat de tijden niet geschapen waren om in eene zoo rek
bare voorwaarde als de uiterste nood veel vertrouwen te stel
len; en daar Jacob Burs, predikant te Tholen, door de
verdediging van de handelingen van den coetus van 1613
in een vindex coetus Zelandici, eene wederlegging van Lans
bergen had uitgelokt, ten titel voerendeIndex errorum
coetus Zelandiae, dat is Aauwjser van de erreuren en fouten
bij den coetus Zelandiae begaen in den jare 1613 tegens D.
Philippuji ende Petrum Lansbergium uijtgegeven Middel-
burgh 1648; en kort daarop een pasquil tegen hem en zijn
broeder Jacob uitkwam onder den verdichten naam van lJmaut
Velle-plooter, dat almede niet onbeantwoord kon blijven, zoo
is liet ligt na te gaan dat Pieter Lansbergen voortging met
aan den kerkeraad te Middelburg ergernis te gevenin die
mate toenemende, dat deze den 21 Maart 1648 besloot een
vierde blaauwboekje van Lansbergen te doen examinerendat
Notulen van den kerkeraad le Middelburg dato 30 Augustus 1617.