NEHALENNIA ALTAAR.
In de gewone vergadering van het Zeeuwsch genootschap
der wetenschappen in de maand December van liet jaar 1870
werd door den heer dr. J. C. df. Man verslag gegeven van
den merkwaardigen steen welks afbeelding hiernevens is ge
voegd die kort te voren te Domburg in het duin ontdekt
blijkbaar afkomstig was van het oude heiligdom, aan de godin
Nehalennia gewijd, dat in de nabijheid dier plaats in de
eerste eeuwen der christelijke jaartelling had bestaan en welks
overblijfselen eerst na verloop van meer dan veertienhonderd
jaren, in .1647, aan het licht zijn gekomen.
Dergelijke steenen zijn na dien tijd daar niet meer gevon
den wel spoelden er nu en dan voorwerpen van kleineren
omvang aan en bevatteden de kisten van het mede aldaar
ontdekte kerkhof velerlei tooisels, munten en penningen;
doch het aantal der toen voor het eerst bekend geworden
Nehalennia beelden is sinds dien tijd met geen enkel gedenk
stuk van dienzelfden aard vermeerderd.
Al wat men tot dusverre van oudheden had bijeenverza
meld op dat gedeelte van hut Walchersche strand, zoo wel
met betrekking tot de dienst van Nehalennia en de plaats
harer vereeringals betreffende het maatschappelijk ver
keer en het huiselijk leven der vroegere bewoners, is door
de zorg van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen zoo
veel mogelijk voor den ondergang bewaard, niet enkel door
de plaatsing van het meerendeel dier voorwerpen in zijn mu
seum, maar voornamelijk door de uitgave der steeds hoog