296 In 1409 was liet koorn zeer duur, want 1 April beraamden schepenen, hoe men dit best in het land zou houden. Den 11 Juni van dat jaar waren de Rentmeester en de Wet vergaderdomdat de graaf van Marre(P) uit Schotland voor Vlissingen schepen met koorn genomen en onze poorters aan land gejaagd had. Er kwamen over deze zaak brieven van de stad Sluis en van den graaf van Holland. Den 26 Juli van gezegd jaar liet de Graaf verzoeken, om aan de stad Dordt geen proviand toe te voerendoch den 20 September daarna kwam er bericht, dat gezegde stad met den Graaf verzoend was. In Maart 1411denkelijk wegens het eindigen van het bestand tusschen de Gelderschen en Hollanderswerden er verschillende uitgaven gedaanvoor het maken van stellingen daar men de steenbussen uit schieten zouhet vervaardigen van tenten en buskruid, welk laatste in een oliemolen ge stampt werd. De steenbussen werden vernist en daartoe 3 ffi vernis aangekocht, aan eene der bussen eene nieuwe kamer gemaakt en //tote voglielaers mede te scietene" 800 ronde steenen gekocht. Den 17 Maart 1412 deed de Wet aan den Graaf bericht, dat men gehoord haddat die van Gorincheui met vele ge- wapenden //uit waren," waarop men den 23 dier maand met eenig krijgsvolk naar Goes trok om hem tot geleide te strekken naar Holland. Den volgenden dag liet hij om versterking vragen, waarop er nog 25 man gezonden werden. De staten van Holland en Zeeland waren toen in den Haag ontboden, waar de Graaf verzochtdat zij hem in zijne oorlogen met den hertog van Gelder en den heer van Arkel met krijgsvolk zouden bijstaan, of wel voor elk man 6 gr. daags betalen. Middelburg betaalde gedurende twee maanden voor 40 en ge durende gelijken tijd voor 45 man, dat te samen 147 beliep. Ten einde over deze zaak te spreken waren de steden Reimerswale, Goes, YlissingcnWestkappel en Domburg den 30 Maart hier ontboden. Tezelfder tijd werd op stadskosten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 130