13 Deze singel heeft, naar wij vermoedenvan af de Noordmon- sterkerk tot aan de Korte Delft den naam van St.-Pietersin gel gedragen. Sinds echter in het jaar 1266 het Begijnhof aan de zorg van de Noordmonsxerkerk onttrokken werd en bij de uitbreiding der stad de singel in eene straat veranderd werd, kreeg een deel er van den naam van Wagen aarstraat2). Het ander Oostelijk deel, schoon juist het verst van de kerk verwijderd bleef aan zijnen oorsprong herinneren dooi den naam St.-Pieterstraat. Dit is onverklaarbaartenzij men aanneemtdat men na het plempen van de vest te dier plaatse, omstreeks 1254, de straat aan beide zijden bleef reserveeren voor de Noordmon- sterparochieal grensde zij nog zoo dicht aan de Abdijen men daartoe in den naam St.-Pieterstraat een palladium stelde. De Noordsingel werd Noordstraat en de Zuidsingel Dilf of Dilft gedoopt. Dit laatste geschiedde nietomdat het water dei- vest er door, maar omdat het-er langsliep, evenals b.v. de naam //Oude en Nieuwe gracht" te Utrecht gebruikt wordt zoowel voor de straat als voor den stroom. Ook in Middelburg- heeft men nog een zelfde geval met den naam //Nieuwehaven'k Nu geldt niet meer het bezwaar van Jhr. Paspoort van Grijpskerkë 3)dat de Langedelft hooger ligt. Den singel ligt altijd hooger dan de buitengrond Het vinden van den Oostsin gel, wijst als van zelf ook de plaats van de Oostvest aan. Deze was echter geene delft, maar een natuurlijke water stroom hier of iets verderde Arne genoemd wier loop nu moet worden nagegaan. TI. De loop der Arne. Nergens aan de Westzijde van Middelburg noch aan de 1 sir chief O. L. Fr. Abel. It. 50. 2) Volgens de overlevering stonden de stallen der Abdij op de Balans (Zei. Illuslr. I, bl. 251). Deze stallen waren echter in de Abdijwaar nu de concierge van het Rijksarchief woont (Zei. Illusir. I, bl. 238, 239). 3) Archief Z. G. Ibl. 50.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1904 | | pagina 35