130 alzo men vindtdat liet Kasteelte Blankshoekby Ramme- kensde Zeeburg genaamd, onlangs begonnen omtrent deezen tyd, voltooid werdt." Handelt deze historieschrijver in 1751 meer in het algemeen over de maatregelen van verweer, die in 1546 genomen wer den, Jacobüs Erherins schreef in 1773 in de Verhandelingen uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen dl. Ill, p. 133 vgl., een opstel meer in het bijzonder over het Kasteel van Rammelcenszeker wel de belangrijkste van de sterktendie in dezen tijd zijn aangelegd. De bescheiden bedoeld bij Inv. nr. 820 van Re rekeningen eh andere stukken in 1607 uit de Hollandsche rekenkamer naar de Zeeuwsche over gebracht, door Ma. E. Fruin, kunnen Wagenaar en Erherins belangrijk aanvullen. Natuurlijk bleef het niet bij het bouwen van forten, lleeds 3 Mei 1540, zegt Vekheye van Citters, hadden de Staten van Zeeland eene ordonnantie gegevenwaarbij eene landwacht werd ingesteld ter bewaking van het eiland, dat verdeeld werd onder de parochianendie ressorteeren zouden onder de steden Ylissingen, Vere en Middelburg en Arnemuiden. Inderdaad was men niet zonder zorg voor een mogelijken aanslag op het eiland, vooral met het oog op handel en scheepvaart, die hier in het midden der 15ia eeuw een omvang hadden, grooter, naar ik meen, dan gewoonlijk wel wordt vermoed. Onze voorouders begrepen ook zeer terecht, dat bij de plannen tot verdediging van het eiland rekening moest gehouden wor den met de gesteldheid van de kust, waarnaar zij een speciaal onderzoek opdroegen aan eenige schippers en piloten met een der vier dijkgraven -van Walcheren aan het hoofd, die de resultaten neerlegde in eene kaart en in de hierachter afge drukte memorie. Het krijgskundig belang van het stuk is sedert lang ver loren maar voor de kennis van den toestand aan den rand van het eiland vóór meer dan SYj eeuw is het voor ons nog van gewicht. Daar bovendien dergelijke bronnen schaars zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1912 | | pagina 186