131 en haar onderzoek veelal niet gemakkelijk is, scheen de pu blicatie van dit ook in andere opzichten belangrijk handschrift niet te mogen uitblijven. Het stuk berust in het Rijksarchief-depót in Zeeland (7de copulaat, fol. 113 vlg.). De schrijver is zelf de man, die aan het hoofd der commissie van onderzoek stond, en hij verzwijgt ons niet zijn naam: Abent Janszoon Boom, alias met genuchten, //Alst past," laat hij er voorbehoudend aan voorafgaan. Hij was lid van de vroedschap van Middelburg o. a. in 1555, 1557 en 1560 burgemeester, en van 1533 tot 1568 dijkgraaf van de Zuidwatering, van welk ambt hij op zijn verzoek wegens ouderdom ontheven werd. Bovendien be noemde Kabèl V hem tot commissaris bij den bouw van het kasteel op Blanckershouck en van de werken tot het stichten van blokhuizen op het eiland. De regent en technicus vinden wij dan ook in zijn eigenhandig geschreven stuk terug. De memorie, in kwarto formaat, telt 14 beschreven bladen en een onbeschreven blad met een omslag. Tusschen den tekst bevinden zich twee afbeeldingen: op fol 131 teekende de dijk graaf de wijze, waarop men trachtte voor een slecht of gedeeltelijk weggezonken hoofd een nieuwen grondslag te leggen, of om zijn eigen woorden te gebruiken//Die maniere van der buy se alsoe die met de voersteven aen die tee van den dijck geleyt was, met die gaeten ende die langhe sparren daeraen genae- geldtende met die vier anckersdaer zy aen ghemeert was binnen de lande over die dijckgracht etc.," en op fol. 133 schetst hij het //Langhe houten boet" vóór het bolwerkge naamd «Verloren cost," dat hij tot veen goet ende treffelick hoet" verbeteren wil. Behalve deze teekeningen behoort bij de memorie eene kaartdie vervaardigd is in vier exemplaren waarvan de //Magestaet," de Staten van Zeeland, de heer van Bossd en de stad Middelburg er ieder een ontvangen heb ben, maar die helaas in het ongereede zijn geraakt. De pei lingen //van alle die dieptendie niet in de memorie voor komen zijn blijkens mededeeling op blz. 14Ü hierna door Boom

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1912 | | pagina 187