156 den staete ende wel gerepaerertende is noet alsulxs te onder houden te werden Zandijk is in 1331 groot 1920 gem. In 1439 worden hiervan afgeschreven 300 gem. „die mijn ghenediche heer hem gheconsenteert heeft om me zijn stede van der Vere mede te vermeerderen ter landzydewaert van den ambochte, hem toe behorende in zynen prochye ende ambocht van Zandwijck (sic) Van de 1620 gem., die nog overblijven, zijn uitgeslagen: 1369/72 6 gem. 150 roeden, 1392/3 192 gem. 150 roeden, 1400/7 14 gem., 1422 70 gem., 1427 25 gem., 1441 7 gem., 1442 37 gem. 100 roeden, 1452 85 roeden, 1453 3 gem. 90 roeden, 1455 24 gem. 100 roeden; samen 380 gem. 75 roeden. Blijft 1239 gem. 225 roeden, waarop het ambacht vrijwel blijft staan. Het terrein van de drie laatste ambachten kan nog nader worden toegelicht. Vóór den historischeQ tijd, laat ons zeggen in het midden der 13de eeuw, be vinden zich een of meer uitgestrekte schorren ter plaatse waar later het noordelijk gedeelte van Serooskerke en de heerlijkheid van O. L. Vrouvjepolder zijn aange- dijkt en zeer breede duinen en het Breezand ontstonden. Ligt de aanwinst van de laatsten voornamelijk in de 17de en 18de eeuwen en nog later, de bedij king van de schorren is veel ouder. De natuurlijke volgorde van deze bedijkin gen zou wel zijn Boonepolder of Twaalfhonderd gemetenGoedepolder of Rens- of Rhijnsburger ambacht en O. L. Vrouwenpoldermaar volgens Verhkye van Citters (zie Archief van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen IIblz. 49 vlg.) zou eerst en wel in 1251 de Goedepolder zijn ingedijktdaarna de Twaalfhonderd gemeten en in 1330 O. L. Vrouwenpolder. Hij had die volgorde noodig voor zijn betoog omtrent den oorsprong van vrijdom van dijkgeschot, doch zou daarin krachtiger hebben gestaan, indien hij die volgorde bewezen had. Intusschen is het jaartal 1251 voor den Goedepolder niet twijfelachtig, O. L. Vrouwenpolder moet daarna en vóór 1299 bedijkt zijn (zie Ermerins 1 blz. 25 vlg.), in elk geval vóór 1338, en de Boonepolder vóór 1318, anders zou men in de grafelijke rekeningen, die met 1318 beginnen, de grootte van dezen pol der moeten zien aanvoeren als nieuw ambacht. Merkwaardig wordt er toch in de rekeningen van 1318, 1331 en 1332 een „Nyewe ambocht" genoemd, maar het is dat van een vierden polder in die buurt ter grootte van 216 gemeten bij der breede, terwijl de Ticaalfhonderd gemeten ruim 549 gemeten telt. En wil men weten, welk stuk als 't Nieuwe ambacht van Ser Alardskerke dan wel be doeld wordt, dan raadplege men Reg. nrs. 282 en 329 van Het archief der O. L. V. abdij te Middelburgwaar het duidelijk w ordt aangewezen als gelegen tusschen Rikendamme en Zandige ambacht. Rikendammethans op de kaart Rijke Buurtwas de sluitdam van den Boonepolderdus in plaats van twijfel omtrent de bedoeling van dit nieuwe ambacht, bevestigt het het bestaan van den Boonepolder vóór dat van het nieuwe ambacht. Een blik op de kaart, als bij lage hierbij, doet ons zien, dat in 1559 een diepe „ham" (zie hiervóór blz. 139) zich bevindt op de plaats waar het nieuwe ambacht in het begin der 14de eeuw is ingedijkt. Het ging in 1392 met annexe gronden ter grootte van 106 gem-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1912 | | pagina 212