6 1623. De stadsrekening van Dordrecht over 1623 behelst dienaangaande het volgende (fol. cini r°) Desen thesaurier ende mr. Adrtaen yan Blijenborch de somma van driehondert vyer en veertich ponden over huerlieder reys ende teercosten dat sy luyden door last van myne heeren twee reysen in Zeelandt, als in January ende February 1623, hebben gedaen, omme mr. Jacob Cats pensionaris tot Middelborch tot pensionaris deser stede te mogen ver- krygen in huerlieder declaratie int lange verhaelt, die men met ordon nantie ende quitantie overlevertmc xlim Over de onderhandelingen, die Bujenbürg en Back bij hun eerste bezoek als gedeputeerden, in Januari 1623, met de Middelburgsche vroedschap voerden, is niets naders be kend. Des te beter zijn wij ingelicht over hun verschijnen in Wet en Raad in Februari en de pogingen door dit college aangewend om zijn pensionaris te behouden. Voor de vol ledigheid laat ik hier de daarop betrekking hebbende notulen van Wet en Raad volgen, ofschoon ze reeds door Mr. de Stoppelaar in zijn bovengenoemd boekje (bl. 24, aanm. 1) zijn afgedrukt (Notulen van 22 Februari 1623): De gedeputeerden der stadt Dordrecht andermael verschenen sijnde in 't collegie van weth en raede, ende gedaen hebbende naerder instantie op 't beroep van dheer Mn. Jacob Cats, pensionarius deser stede, is deselve gedeputeerden geantwoord, dat der selver versouck by 't collegie voorscrcven geleidt sal werden in verder deliberatie, ende deselve eerstdaeehs ende noch op morghen, is 't doenelick, beiegent met eene bequaeme antwoorde. Ende zijn middelertyde beyde dheere burgemeesters Joos van der Hooge, schepen, beyde de secretarissen, Olivier Carbatjlt en Willem Brouwer, raeden, gecommitteert om met voornoemden Mr. Jacob Cats naerder te spreken en denselven, indien doenelick, te disponeeren om 't beroup van wege de stadt Dordrecht op hem gedaen afl te slaen ende voorts in stad ts dienst te willen continueren. (Notulen van 24 Februari 1623): Andermaal gelet hij 't collegie van weth ende raede op 't versouck van de gedeputeerden der stadt Dordrecht, nopende 't beroup van dheer pensionarius Mr. Jacob Cats, is goetgevondenhetselve met alle beleeft- heyt te excuseeren, immers voor eenen tijd uyt te stellen, verclaerende aan deselve gedeputeerden van stadtswege, dat men de stadt Dordrecht bij missive de resolutie van 't collegie sal aenschryven, ende sijn voorts

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1912 | | pagina 62