61
wedr. van Catelyiiken van de Putte, met Tanneken
Bogaert, j. d., beyde van Ylissiagen. Sy woonende op de
Timmerwerf.
N. L. van „Predikanten." Daniel de Dieu 1585 t 1607.
David de Dieu 1607 f 1608. Louis de Dieu 1617 naar
Leiden 1619 f 13 Dec. 1642.
K. Z. Ouderling Abraham de Dieu 1623, 1627, 1631.
K. Z. Diaken Abraham de Dieu 1615, 1619.
K. 11. Kerkmr. Abraham de Dieu 1618, 1619, 1628,
1629. i)
68. G. S. no, 225. HIER IS (BEGHAVEN) Mr.
JOGS VAN LAREN, VAN CO(ME)NE, DIENAAR
DES [EVANGELIES BINNEN EL1SS1NGEN, STE11E
24 OCTOBER 1618 EN OLD 55 JAREN.
HIER LEGT (BE)GRAVEN Mr. (JOOS VAN
LAREN) VAN ARNEMUYDENBEDIENAAR DES
GODDELYKEN WOORDS (STERF BINNEN) VLIS-
SINGEN DEN 6 OCTOBER 1653 OUD (67 JAREN).
HIER LEGT BEGRAVEN Mr. (DAVID VAN)
LAREN, VAN VLISSINGEN, (DIENAER DES) GOD
DELYKEN WOORDS (TOT) OOSTER SOUBUR(G),
STERFT 17 SEPT. (1649). 2)
G. B. no. 225. Breed 4 voet. Eigendom op 13 Maart 1629
van mr. Joos van Laren, de jonge, en is hyer in begraven
Abr. van Laaren, 20 Juny 1679.
K. R. Oct. 1618 Over Joos van Laren, de oude, ge
storven 24 October van dat jaar, staat niets in de rekening.
Hij was vrij van begraafrechtenals kerkelijk dignitaris.
Begraafrecht betaald op 23 October 1638 over de wed. van
mr. Joos van Laren. 21 September 1649 over mr. David
1) In de kerkerekening komt onder de begraveuen David de Dieu niet voor.
Overigens worden predikanten wel vermeld, maar als vrij van begraafrecht ambts
wege. De grafsteen is verbrijzeld door den torenval. Wat ik hier als zeker vermeld
is ontleend aan „De Vlissingsche Kerkhemel," en aan eigen herinnering.
2) De steen was verbrijzeld, voor wij konden opschrijven. Gelukkig hervindt
rnen het grafschrift in „Onze tijd," jrg. 2, no. 1, blz. 27, in „Sterren aan onzen
Vaderlandschen Kerkhemel door (J. P. I. Dommisse."