124 TT. Ter eere van Jan Lamb recht sen Ooole. Het bevat een bovenschrift met kleine letter. Het luidt aldus: „Esse nihil mvndvm nisi vana insomnia rervm et flvxas frvstra Qua? cvmvlantvr opes cvm sapiens nosset Coolenivs Omnia mvndvm Dixit et ignavam svb pede pressit hvmvm Is vere polvit novisse Esse omnia mvndvm Qui vere mvndvm noverat Esse Nihil." Vertaling Daar de wijze Coolenius (Coole) wist, dat de wereld niets ii dan een jdele droom der dingen, en dat de schatten, die te vergeefs opgehoopt worden, vergankelijk zijn, heeft, hij gezegd: Alles is opschik en heeft hij den toornen grond onder den voet ge treden. Hij kon in waarheid weten, dat alles opschik is, die in waarheid wist,, dat de wereld niets is." Daaronder, met groote letter, het volgend opschrift: „Monvmentvm Jolianis Lambrechti Cooleny. Domo Flissingani eivsdem Civitatis Dvm viveret, consvlis, inter primos, OrientalisIndiae Maioris, OccidentalisAvtem Gvineae Novaeque terrae investigatores itidem inter primos nati Anno LXV denati Anno ClOIOCXIX (1(119) X Martv." Vertaling „Gedenkteeken van J. L. Coole van huize een VUssinger en hij zijn leven burgemeester van die stad. Ouder de eerste (bestuur ders) van het groote O. en W. Indiemaar eveneens onder de eerste ouderzoekers van Guinea eu Nova, Terra, geboren Anno (15)65, gestorven, Anno 1619, 9 Maart." X. li. Bovenstaande extracten genomen uit het werk „De Westpoort te Vlissingen, door C. P. I. Dommisse" blz. 5961. Het eerste ornament, van den Deen, is geheel afge schilferd. Het tweede, van Coole is gebarsten en afgebrokkeld, doch minder gehavend door den brand. Terwijl het eerste in gevoegd was in den oosteindmuur van de zuiderbeuk, bevond zich het tweede ornament in den'westmuur van de 4e noorder kapel, boven den grafsteen van zijn kleindochter, Elisabeth

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1913 | | pagina 168