XV
omheen; de inrichting dateerde van omstreeks het jaar 1800 of
mogelijk nog iets vroeger en had die bijzondere bekoring en dat
eigenaardige statige cachet, welke aan eene dergelijke achttiende-
eeuwsche mise-en-scène eigen zijn. Datzelfde etf'eet hebben wij
in deze zaal niet bereiktwij zitten hier eenvoudig in eene gewone
kamer, allen door een gelijkmatig open licht bestraald, zonder
Rembrandtieke halfschaduwen en niet langer naar de zitplaatsen
onderscheiden in bedaagde en bezadigde parterre-lui, menschen
van het juste-milieu en jeugdige, onbesuisde montagnards, zooals
destijds onwillekeurig eene dergelijke groepeering plaats had.
Men moge het betreuren, dat met veel vermolmds en versletens
ook goede eigenaardigheden uit het verleden verloren gegaan zijn,
dat is nu eenmaal 's werelds onveranderlijke loop van den eersten
baaierd af
Das Alte stürztes lindert sicli die Zeitmaar ook
Und neues Leben blüht aus den Ruinien.
En wat mij betreft, heb ik altijd de vaste overtuiging gehad,
dat de maatschappij in steeds toenemende mate vooruit gaat en
bij al hare gebreken in nagenoeg elk opzicht beter is ingericht
dan vroeger. Voor het Zeeuwsch Genootschap is, om bij het
proza van onze naaste omgeving te blijven, die vooruitgang heel
tastbaar en onbetwistbaar, want, met uitzondering wellicht van
de zoo even genoemde vergaderzaalzijn alle overige localiteiten
doelmatiger en ruimer ingericht dan vroeger, zijn de tentoonge
stelde voorwerpen talrijker en belangrijker en komen zij in de
tegenwoordige omgeving veel beter tot hun recht. Dat danken
wij niet alléén aan de uiterlijke omstandigheden, maar ook aan
de stille innerlijke krachten, welke hier werkzaam zijn in de
personen onzer conservatoren. En zoo moge ik ten slotte Uwe
aandacht vestigen op een tweetal niet onbelangrijke zaken, welke
in den loop van dit jaar haar beslag hebben gekregen. De drie
popjren op de ouderwetsche kamer, welke de hedendaagsche en
de vroegere AA alchersche kleederdracht te zien gavenwaren van
lieverlede sleetsch en meer dan sleetsch geworden, zoodat de lap
pen erbij neerhingen en er van herstellen door gewone middelen
geen sprake meer kon zijn. Toen heeft het bestuur zich gewend
tot de talentvolle conservatrice van het Munt-en Penningkabinet,