*DE ANTI-TOGABEWEGING TE MIDDELBURG
VOOR RUIM EEN HALVE EEUW.
„Een bladzijde uit Middelburgs kerkelijk verleden." x)
De reorganisatie der vaderlandsche kerk door Koning Wjij,km I
had de band gerekt, welke de aloude gereformeerde kerk aan der
vaderen leer verbond en als gevolg daarvan een wigge geslagen
tusschen verschillende groepen van belijders. Van dit oogenblik
af ontbrandde een strijd tusschen voorstanders der gereformeerde
leer, uitgedrukt in de Dortsche formulieren en die der rationa
listische denkwijze en wel over de geheele linie, een strijd welke
zijn hoogtepunt vond, een kleine twintigtal jaren later, in de
bekende kerkelijke afscheiding in noord en zuid. En sinds dit
hoofdtrelfen werden al maar door tirailleursgevechten geleverd,
meer afmattend echter dan voordeel aanbrengendhoewel de
strijdende partijen elkander iederen duimbreed grond betwistten.
Zooals begrijpelijk is ontbrak het destijds geenszins aan mili
tante figuren. Men vond ze in hoogere, men vond ze in lagere
kerkbesturen, men vond ze rechts, men vond ze links, men vond
ze overal. Nu en dan werd verzamelen geblazen. Er kwam zelfs
een legertje op de been. Voorgangers vormden de voorhoede en
1) Dit opstel, bestemd voor een lezing in 't Zeeuwsch Genootschapis van wijlen
D. de ItiJCKE, den verdienstelijken beoefenaar van Zeelands kerkelijke geschiedenis,
van wiens hand daarin ook verscheen: li. J. Budding en zijn kring, Archief 1906.
Beknopt volgen hier eenige data uit zijn leven. Geboren 8 Febr. 1857 te Middel
burg, deed hij 8 April 1875 examen voor hulponderwijzer, 27 April 1878 voor
Franseh 25 Oct. 1879 voor Engelsch 8 Aug. 1883 voor hoofdonderwijzer. Hij
gaf zich aan het Christelijk Onderwijs was werkzaam eerst alhier aan de School
in de Gravenstraat, dan te Biggekerke als waarnemend hoofd van 16 Sept. 1884
30 Sept. 1886 te Amsterdam van 14 Dec. 188630 Maart 1901 te Zaamslag.
Daarop nam hij ontslag en keerde naar .Middelburg terug, waar hij eerst lid was
van den Districtsraad voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs, daarna Inspecteur
bij dat Onderwijs, terwijl hij in zijn vrijen tijd, voor zooveel zijn zwakke gezond
heid dat toeliet, zich aan zijn studie wijdde. Hij overleed 30 Aug. 1910.
Archief 1913. 14