162 veroorzaakt" weer te ontslaan, bijaldien deze onwillig blijkt, de Gereformeerden bij hunne rechten te handhaven. Overigens zou men zich op gezette tijden vereenigen in bedestonden „boet en biduren" was de officieele naam waarin zoo mogelijk pre dikanten zouden voorgaan, die „zuchtende waren onder het juk" der synodale reglementen. Ds. A. P. A. du Olodx, destijds predikant te Oud-Alblas, x) was een militante figuur op het kerkelijk erf. Reeds als jonge dominee van Vierhuizen was die strijdlust bij hem ontwaakt, getuige zijn aanklacht 2) tegen den welbekenden predikant der afscheiding Hendrik de Cook en sinds was dit ijvervuur aan het blaken gegaan, soms tot schroeiens toe. Weldra stond hij in de voorste gelederen als banierdrager der kerk. Even fel ge kant schier was hij tegen de gezangen als tegen de afscheiding. De roep van zijn rechtzinnigheid was algemeen. Tegen „dr. Zaad berg en consorten" ging' zijn krachtig protest uit. Er kwamen dan ook beroepen en geruchten van beroepen. 's Mans boezemvriend in die dagen was de predikant van Overschie, W. Krayenbbdt, een wandelend protest tegen het „gebod op gebod" „regel op regel"waarmede de gemoedelijke man tot in hoogen ouderdom toe de synodale reglementen qualificeerde. Beiden waren ijverige propagandisten voor de Nederlandsche ver- eeniging van Vrienden der Waarheid, welke hare vertakkingen had over het gansche land en fier haar vaandel omhoog hield met het devies: „Voor kerk en belijdenis." Met den eersten dezer strijdbare helden, den predikant van Oud-Alblas, zelf voorzitter van het hoofdbestuur dezer vereeniging in Zuid-Hol land kwamen de anti-togamaunen te Middelburg weldra in aan- 1) Ds. Du Cloux nam 19 April 1857 afscheid van zijne gemeente te Oud- Alblas met eene leerrede over 2 Corinthen 13 vers 13. De volgende week deel hij intrede te 's-Grevelduin-Capelle met een leerrede over 2 Corinthen 5 vers 19 en 20, in welke gemeente Z.W.E. bevestigd werd door ziju vriend ds. W, Krayenbelt, predikant te Overschie en wel met eene leerrede naar aanleiding van 2 Timotheus 4 vers 15. 2) De aauklacht tegen H. de Cock hield de beschuldiging indat deze kinderen uit andere gemeenten doopte. Zie Gedenkschriften der Chr. Gereformeerde kerk door S. van Velzen. Kampen 1884.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1913 | | pagina 206