180
deze vogels eenigen overlast aan te doen, die bij lien beliooren
onder de allereerste lekkernijen.
Op mijn terugweg lieb ik nog een ander der eilanden aange
daan, Bevelant geheeten; de andere minder belangrijke lieb ik
niet bezocht. Toen ik daar in een stad, Reimerswaal x) gehee
ten, naar een herberg zocht, werd ik opgenomen door een Span
jaard, die hier de tolgelden 2) voor den keizer invordert. Ter
wijl deze met mij aan liet middagmaal zat, beval hij de kwartels
uit zijn huis weg te drijven. 3) Van hem vernam ik, dat
ze daar zeer veelvuldig zijn, hetgeen vrij wel in strijd schijnt
met wat Plinius schrijft, die wil, dat het trekvogels zijn. En
vanwaar toch zouden ze op eilanden zijn aangekomen, aangezien
toch de kwartel (volgens Plinitis) meer een land- dan een lucht-
vogel is en hun vlucht zoo moeilijk. En daarom juist trekken ze de
zeeën niet over bij Zuidenwind, maar als er een vochtige- Noor
denwind waait, die voor het dragen van hun lichamen en voor
1) Reimerswaal lag aan de Oosterschelde op het N. O. deel van Zuid-Beveland,
dat in den loop der tijden langzamerhand is verdwenen. Juist het volgende jaar
1530 is er door een Novemberstorm veel land daar iu de buurt ondergeloopen en
weggeslagen.
2) „De groote graefelijke Tol van ZeelandScheldetolof van Yersekeroord was
eeu der voornaamste inkomsten van den graaf; 't hoofdkantoor was in Bergen op
Zoom en Antwerpen. De rekeuiugen der verschillende hijkantoren uit deu tijd van
den briefschrijver zijn niet over, uit zijn schrijven blijkt nu, dat er in Reimerswaal
een hijkantoor was." (Kan). De keizer hier genoemd is Karel V De tolgelden
kreeg hij natuurlijk niet als keizermaar als graaf van Zeeland.
3) Ook hier is de vertaling weer onzeker. Er staat: jussit coturnices
e domo sua efferri. Het laatste woord beteekent meer „uitdragen" dan
„wegjagen." liet zou dus kunnen zijn dat gastheer en gast iu den tuin hun maal
gebruikten en dat de gastheer den last geeft ook een kwartelschotel buiten te bren
gen. De kwartelook kwakkel of wachtel genoemdis volgens Burc-ersdtjk De
Dieren II hl. 379 vlg. verbreid over geheel Europa tot iu het Zuiden van Zweden.
„Het is uit de familie der boschhoenders en patrijzen de eenige trekvogel, ten
miuste in Middel-EnropaOver 't algemeen blijft de kwartel vrij kort in
Middel-Europahij komt in ons land in het begin van Mei en verlaat het in
Augustus of September. Evenals de patrijs vliegt hij snel maar laag hij den grond
Over 't algemeen schijnt het vliegen hem moeilijk te vallen en om zijn vijanden
te ontgaan houdt hij zich zooveel mogelijk schuilof tracht door schielijk loopen
te ontvlieden moet hij opvliegen dan laat hij zich weldra weer op den grond
neder. Toch trekt hij, grootendeels van eiland tot eiland vliegende, de Middel -
landsche Zee over Bij stormwind komen vele kwartels in zee om of vallen