55
Item sij en sullen geene apocryphe schrifturen opentlick mogen
lesen, dan alleen de canonycke.
Ende wat aengaet de homiliënsij en sullen niet vermogen
andere te lesen dan de Decades of het huysboeck Henrici Bul-
lingeri, daerbij sij oock sullen ende tusschenvougen het boeck
van de Boetveerdigheyt des levens, beschreven door Talfin; de
gebeden en sullen sij niet selve stellen, maar zullen die lesen uut
een boeckgelijck sij achter den Catechismo gestelt zijnmits
gaders die hun schriftelijck zullen worden medegegeven.
Voor den zieke sullen sij den gedruckten sieckentrooster lesen."
Opmerkelijk is, dat de Bewindhebbers deze instructie der Classis
hebben aanvaard en er toe hebben medegewerkt, dat zij bekend
werd en uitgevoerd.
lil de notulen lezen wij verder herhaaldelijk, dat de Bewind
hebbers predikanten beriepen tot den dienst in Indië, doch zij
lieten het aan de Classis over dezulken te examineeren en te
bevestigen in den kerkedienst op een classicale vergadering.
Als eerste periode hebben wij genoemd de jaren 16031620,
toen de Classis kwam tot de instelling van het Collegium ad res
Indicas. Slechts weinige bijzonderheden vallen er uit dezen tijd
te vermelden, feiten, die allen in de acta der Classis nauwkeurig
zijn opgeteekend t).
Het blijkt ons dan, dat de Classis er steeds op uit was, voor
de noodige predikanten zorg te dragendat er niet meerderen
gezonden werden lag niet aan gebrek aan ijver, doch aan de moeilijk
heid ze te vindenen ookomdat sommigen wegens ongeschiktheid
en onbekwaamheid moesten worden afgewezenof slechts als
ziekentroosters konden worden uitgezonden. Opmerkelijk is vooral
dat, gelijk dr. vak Boetzelaeii met de stukken heeft bewezen2),
de Classis Walcheren de eerste is geweest, die bepaaldelijk „be
hoorlijk geëxamineerde, bevestigde en geïnstrueerde predikanten"
naar Indië heeft gezonden. Langen tijd heeft de gedachte geleefd
1) Zie Tijdschrift voor Gereformeerde Theologie, MeiJuni 1892, waarin N. A.
de Gaay Fortman eenige mededeelingen doet, getrokken uit deze acta.
2) Van Boktzelaer, a. w. bl 52.