57
iemand over zijn wangedrag zouden mogen vermanen; ook, dat
zij recht liadden met eerbied behandeld te worden. Op 6 November
1617 kwam het antwoord der Bewindhebbers, reeds opgesteld in
hun vergadering van 24 Augustus, in, en er werd besloten een
buitengewone Classis-vergadering te houden, om de instructie,
door de Bewindhebbers gemaakt in plaats van die, door de Classis
gesteld, te overwegen.
Op deze vergadering, den 5de" Februari 1618 gehouden, kwam
de Classis nog niet tot overeenstemming; daarom werd een com
missie benoemd, bestaande uit de predikanten Bursius, Brsius en
Ostenius (ook Essf.nius genoemd) om de Classis later over deze
instructie te rapporteeren. In de notulen wordt echter van deze
zaak niets meer vermeld; het is wel zeker, dat de Classis, zij
het ook met grooten tegenzinzich aan den wil van de Compagnie
heeft onderworpen.
In de instructiedoor de heeren Zeventienen ontworpenontbrak
allereerst de schoone inleiding van de classicale regeling, luidende
aldus: „dewijle alle ons doen sonder Godt ijdel en te vergeefs is
ende geen zegen te verwagten is, soo is voor alle dingen op 't
hoogste van noden, dat oock de negotie of koophandel op de
Oost-Indiën met Godt aangevangen en gedreven worde." Ook
wordt aan de predikanten alle vrijheid van beweging ontnomen;
zij waren ambtenaren in dienst der Compagnie, en niets meer.
Echter was aan alle onzekerheid een einde gemaakt, en de positie
der predikanten vastgesteld en geregeld.
In deze jaren trachtte de Classis niet alleen haar houding en
die der uitgezonden predikanten ten opzichte van de O. I. C. in
orde te brengen, maar ook op andere wijze was zij ijverig werk
zaam. De acta vermelden hiervan twee voorbeelden, onder 21
Januari 161-3 en 4 October 1618, waaruit bij vernieuwing
duidelijk blijkt het inzicht, dat de Classis had in de beteekenis
van concentratie van den arbeid. Het geldt als een bezwaar
tegen de hedendaagsche Zending, dat alle eenheid verbroken is;
nu, de Classis Walcheren zag reeds vóór drie eeuwen de nood
zakelijkheid in, om samen te werken met anderen. Wij herin
nerden reeds aan de overeenkomst, die met Delft en Amsterdam
getroffen werd inzake de instructie voor de predikanten en zieken-