58 troosters, die naar Indië werden gezonden; vóór en na dien tijd werd herhaaldelijk vooral met laatstgenoemden kerkeraad gecorres pondeerd. Op 21 Januari 1613 dan werd besloten, om aan den Kerkeraad van Amsterdam (en in het particulier aan ds. Plancius aldaar) te verzoeken, dat zij „aan de kamer van de O. Indische Compagnie vertoonen de onbillijkheid van het contract, hetwelk men verstaat, bij liaere commandeurs in O. 1ghemaeckt te zijn aangaende de inboorlingen ende inwoonders van die landenhaer tot het Christendom begevende, om dezelve, naerdat zij Christenen gheworden zijn, wederom over te leveren in handen van de Mahomedanen, ende daervoor aen den lijve ghestraft te worden, opdat de Bewindthebbers door haer authoriteyt sulck een ongod- delijck contract helpen afschaffen." Zelf nam de Classis deze zaak ook ter hand; want vier predikanten werden op die zelfde ver gadering gedeputeerd, om bij de magistraten van Middelburg, Vlissingen en Veere de noodzakelijkheid hiervan voor te stellen. Wij hebben niet kunnen vindenwelk resultaat deze bemoeienissen bij de kerk van Amsterdam en genoemde magistraten gehad hebben. Als tweede bewijs van het doorzicht der Classis Walcheren noemden wij wat de acta melden onder 4 October 1618. Het blijkt ons daar, dat de Classis het toen noodig achtte op de provinciale Synode van Zierikzee, te houden op 913 October 1618 het volgende gravamen te brengen „de Synodus zal gebeden wezen te letten op eene gevoegelijcke ordre, en trouwe dienaren des Woorts en leeraers te sende naar Oost-Indië en elders onder de heydenen, en bedencken, hoe men de Joden bequamelijkst tot de kennisse Christi bevorderen." Kenmerkend is deze herinnering aan de roeping der Kerk tegenover de Joden lie acta der provinciale Synode bevatten dienomtrent het vol gende: „hoe men best zal praktiseerendat de heidenen in Oost- Indië mochten worden bekeerd tot het Christengeloof, dewijl de studenten (sicen ziekentroostersderwaarts gaandegemeenlijk zeer ongeoefend zijn, is verstaandat het bekwaamste middel ware dat de Ed. heeren Gecommitteerde Raden de Kamers van Be windhebbers daartoe vermanendat ze eenige beurzen ordonneeren om eenige jonge studenten tot dien einde op te voeden." Dit

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 106