62 dispenseeren, 2 Kron. 29 34; en opdat sulcks met te meerder aansienlijckheit ende ordre aldaer geschiede mochte, wert goed gevonden dat al zulcke personen den naem van ouderlingen voeren mochten." De aangehaalde tekst luidt: „doch van de priesteren waren er te weinig, en zij konden al den brandofferen de huid niet aftrekkendaarom hielpen hen hun broederende Levieten totdat het werk geëindigd was, en totdat de andere priesters zich geheiligd hadden." Wij zullen dit advies en besluit niet beoordeelenanders zouden wij opmerken, dat een gebeurtenis uit het O. T. zonder meer niet als voorbeeld ons ter navolging kan worden gestelden dat doopen toch nog iets anders en hoogers is dan het aftrekken van de huid der brandofferen. Ons is het genoeg te weten, dat de Classis het advies buitengewoon op prijs stelde, zoo zelfs, dat men besloot deze commissie te bestendigen en tot een permanente commissie ad res Indicas te verklaren. Als eerste zes leden werden benoemd uit Middelburg Hermannus Pauket.ius, uit Vlissingen Daniël van Laren, uit Yere Johannis Osteniijs, uit Arnemuiden Gualterus Buys, en van het Platteland Gideon van Deynse en Paësschatius de Meester j). Van dit jaar, 1620, af tot 1675 toe bloeide de Zendingsarbeid sterk op, waartoe niet weinig de instelling dezer Commissie bijdroeg. Wij zouden dit de 2de periode kunnen noemen, in beteekenis de l"te van 16031620 en de 3de van 16751804 verre overtreffende. Plet jaartal 1675 scheidt o. i. het 24c en 3de tijdperk, omdat toen de correspondentie met de arbeiders in Indië, en vooral met den Kerkeraad van Batavia, grootendeels in handen kwam van de Synode van N. en Z. Holland, waarin Amsterdam den toon aangaf, terwijl de Classis Walcheren, als niet gesteund door een provinciale Synode, vanzelf in minder gunstige en sterke positie kwam te staan. Daarom werd de betrekking met Indië wel niet afgebroken, want de deputaten bleven met Indië in correspondentie, en de brievenwelke op de Synoden van N. en Z. Holland werden gebracht, werden daarna ook aan de Classis Walcheren toege- Zie ook van Boetzelakb, a. w. bl. 56, 57.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 110