66 Ad. 3m. „over het examen der kerkelijke personenkerke- dienaars en ziekentroosters enz. komt 't oordeel toe aan de kerke- dienarcn en ouderlingen." Van verdere correspondentie over deze zaken blijkt uit de volgende notulen niets; 't liep dus ongetwijfeld met een sisser af; alleen de censuur over de brieven bleef een bron van ge durige onaangenaamheid. Met de groote macht, welke de deputaten hier in de Classis hadden, waren zij echter nog niet tevreden. Op de vergadering der Classis van 15 Maart 16&1 kwam toch een verzoek in van hun zijde, om de predikanten te mogen examineeren, te hooren proponeeren, en voor hen tractement te vragen bij de Bewind hebbers; opmerkelijkerwijze staat de Classis zulks toe, alleen onder voorbehoud, dat het laatste examen, dus de feitelijke beslissing, bij haar bleef. Bovendien hield de Classis zelf nog een twintigtal jaren na de instelling der Commissie ad res Indicas met de Indische kerken correspondentie, en, indien deze niet geheel, dan toch voor een belangrijk deel De verhouding tot de H. II. Zeventienen bleef steeds het zwakke punt, zoowel bij de deputaten als bij de Classis, gelijk het aangehaalde uit de notulen van 9 December 1638 genoegzaam bewijst. De acta van deze beide lichamen zijn dan ook vol van mededeelingen, die, zoo niet van oneenigheid, dan toch van wrijving spreken. Dr. van Boetzelaer teekent het aldus 2)„het is ook bijna steeds weer dezelfde geschiedenis, die zich herhaalt: de deputaten komen met een rechtmatig verzoek of met gegronde klachten of met een belangrijk voorstel tot verbetering der toe standen, tot de H. H. Zeventienen; zij leveren rekesten, conside ration, projecten, adviezen in, en worden met eenige woorden afge scheept, en zien al hun moeite met zeer weinig succes bekroond." Het spreekt dan ook vanzelf, dat dit alles een verlammenden invloed uitoefende op de bezieling der deputaten ook hier op Walcheren. Het werd zoo voor hen totaal overbodig en onnoodig zich geheel in de Zendingszaken in te werken en in te leven, want meer dan 1) Van Boetzelaer, a. w. 1)1. 100 en bi. 58. 2) A. \v. bl. 117.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 114