69 De geschiedenis heeft geleerd, dat, hoe schoon deze overeen komst op papier ook was, deze in de practijk toch doode letter is gebleven. En in dit geval moet de oorzaak, de schuld, niet allereerst gezocht worden bij de Compagnie, maar bij de Kerken zelf, die in haar enghartig provincialisme ziohzelven zochten en het doel: de komst van Gods Koninkrijk, uit het oog verloren. Nog andere voorbeelden van samenwerking geeft ons de corres pondentie tusschen Walcheren en Amsterdam gevoerd; talrijke kwesties zijn daarin aan de orde gesteld, als: de kerkorde van Batavia; 't plakkaat van Japan verbiedende de uitoefening van den Christelijken godsdienst door Nederlanders in Japan; de aanmatiging van Batavia's kerk in het bevorderen van „par ticuliere" personen tot het ambt van predikant, enz. alle even- zoovele bewijzen van onze bewering, dat de Classis Walcheren oog had voor de beteekenis en waardij van gemeenschappelijk handelen. In de tweede plaats hebben wij na te gaanwat de Deputati ad res Indicas voor arbeid gedaan hebben rechtstreeks in het belang van het Zendingswerk in Indië. Verschillende onderwerpen komen hierbij ter sprake, waarvan wij alleen de hoofdpunten naar voren wenschen te brengen. Te veel moeten wij ons trouwens van dien arbeid niet voor stellen; er kon en mocht toch niet meer gedaan, dan de O. L. C. goedvond. Dat het Zendingswerk der Classis echter na aan het hart lag, blijkt uit twee voorbeelden van de vele. In de vergadering van 22 December 1623 werd n.l. besloten, dat „voortaan in de openbare gebeden mede zal worden gebeden voor den zegen des Evangelie's onder de verblinde heidenen in de O. en W. Indische landenende voorts voor den voorspoedigen zegen der handelingen van deze Compagnieën." En niet alleen de bekeering der heidenen werd gezocht, ook aan het heil der Europeanen werd gedacht; op de vergadering van 1 December 1639 kwam de vraag van de Dep. ad res Indicas, „of het niet goed en ware, alzoo somwijlen personen van zeer ergerlijk leven naar Indië vertrekkendat zoodanigen den kerkeraad aldaar zouden bekend gemaakt worden, teneinde zoodanigen door goede ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 117