IV vergadering van heden voorzien door de benoeming van den heer H. van Oordt. De gewone vergaderingen hadden geregeld plaats en werden bijgewoond door ten hoogste 36 en ten minste 10, ge middeld 23 toehoorders; ten vorigen jare waren die cijfers 43, 17 en 30, een nieuw bewijs, dat de wetenschappen beter gediend worden door den vrede dan door den oorlog: niet Minerva, maar Venus was de geliefde van Mars. In de Octobervergadering hadden de gebruikelijke mededeelin- gen omtrent ingekomen stukken en voorwerpen plaats en bracht de Voorzitter, de heer Mr. H. J. Dijokmeester, een uitvoerig en belangrijk verslag uit over de inmiddels ingekomen boekwerken. In de Novembervergadering werd de spreekbeurt waargenomen door den heer E. Scbeps, die tot onderwerp gekozen had „Iets over volksgeneeskunde." De Decembervergadering was gewijd aan eene voordracht van den heer J. D. TVielenga over „De classe AValcheren en de zen ding van 1620 tot 1675." In Januari vervulde de heer dr. D. Schoute eene onverplichte leesbeurt met eene verhandeling over „Het wetenschappelijk leven van Dr. J. C. de Man." De Eebruarivergadering was gewijd aan eene lezing van den heer M. van Empel over: „De psychologische verklaring der moraal." De reeks spreekbeurten werd in Maart besloten met eene voor dracht van den heer J. W. van de Garde over „De Alchemie en de Alchemisten." In al deze vergaderingen werden de ingekomen boekwerken door den Voorzitter besproken. Bij het personeel der conservatoren valt eene geluk kige uitbreiding te constateerendaar de directrice Mej. A. M. de Man bereid werd bevonden als conservatrice van de ouder- wetsche kamer op te treden. Dat personeel is thans samenge steld als volgt: Zelandia Illustratede heer Dr. K. Ileeringa. Penningen en Munten: Mej. M. G. A. de Man.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 12