80 velen over deze zaak beraadslaagdennooit overeenstemming zou worden verkregen. Deze eigenaardige manier van behandeling kan niet scherp ge noeg worden veroordeeld. Men zou kunnen vragenof de Classis Walcheren ook niet aan hetzelfde euvel zich heeft schuldig gemaakt, tot welke vraag dr. Callenbach in zijn dissertatie aanleiding geeft, waar hij heen wijst naar een mededeeling van de acta van de Classis Amsterdam, dat „die van Zeeland bevonden worden een particuliere Kerkorde naar Indië toegezonden te hebben," 14 November 1622; doch dr. Van Boetzelaer heeft terecht veronderstelddat deze niet een nieuwedoor de Classis Walcheren vervaardigde Kerkorde was, maar die, welke op de Synode van Dordrecht 1618/19 was vastgesteld; en deze te zenden is een daad, welke eerder te prijzen dan te laken valt. Amsterdam droeg de wrange vruchten van zijn eigenmachtig handelen. Omdat de Zendingsorde toch niet door de kerken in Nederland vastgesteld en goedgekeurd was in haar synodale ver gaderingen, weigerde de Gouverneur-Generaal ze te aanvaarden en in te voeren; en toen nader overleg tusschen Batavia en 't moederland mislukte, stelde de Gouverneur, G. van DrEMEN, in 1643 zelf een Kerkorde op, speciaal voor de kerk van Ba tavia, zonder de kerken in Nederland te raadplegen. Dat was nu 't gevolg van het drijven van Amsterdam's kerk. Ten opzichte van deze K. O. heeft de Classis Walcheren zich niet onbetuigd gelaten; zij protesteerde zelfs het eerst, en wel niet op 12 Mei 1645, gelijk dr. Van Boetzelaer meent, doch reeds op haar vergadering van 15 December 1644, toen de Kerkorde in haar midden werd voorgelezen. Op 4 Mei werd de Kerkorde echter in den breede besproken. Men kwam tot het resultaat, dat de kerken in alle handelingen aan de autoriteit van de politieke overheid onderworpen werden en verplicht waren haar over alle resolutiën en correspondentiën het hoogste gezag te geven. Aanleiding tot deze conclusie gaven vooral art. 4 en 13, waarin bepaald was, dat de beroeping van predikanten en 1) Justus Heuunius bl. 130.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 128