112 Doch 't Wordt niet genoemd bij de bovenvermelde verdeeling der verbeurdverklaarde kerkelijke goederen tusschen de provincie en de stad. Mogelijk is 't dat het bijzonder eigendom was van den prelaat en dat Jacob Bettens, of een volgend huurder, het van hem heeft gekocht. W. O. SWAYING.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 160