5
in de huid van den kikvorsch iets bestudeertdat mijn eigen
Professor in de Physiologie te Leiden in 1838 nooit vertoonde."
En eenige bladzijden verder: „In 1839 heeft de hoogleeraar
G. van dek Hoeven mij de beleefdheid bewezen, onder het mi
croscoop den inerkwaardigen bloedsomloop bij de kikvorschen te
laten zien, maar mijn Professor in de Physiologie deed dit, zooals
ik reeds zeide nooit."
De tweede hoogleeraar op de Series was M. J. Macquelijn,
de latere promotor van de Man.
Macquelijn was toen 69 jaar oud en gaf onderwijs in de
pharmacognosiede receptuur en behandelde de chronische ziekten
in het Academisch Ziekenhuis.
Waarom de Man hem tot promotor koos, is me onbekend.
Macquelijn was een middelmatig man, oorspronkelijk geneesheer
te Delft, waar hij de aandacht op zich vestigde door liet behalen
van een prijs van 640 realen van de Kon. Geneesk. Acad. te
Madrid, met een verhandeling: Commentatio de lenta et difficili
dentitione. Dus over bezwaren bij het tanden krijgen. Als
hoogleeraar schreef liij eenige onbekend gebleven werken.
Van den derden hoogleeraar J. C. B. Bernard, kon de Man
geen invloed ondergaan, hoe beroemd Prof. Bernard verder ook
was. De loopbaan van dezen arts was zoo schitterend dat het
boven het academisch onderwijs uit ging. In 1774 geboren,
werd Josephus Chrysostomus Bernardus Bernard eerst „Médeein
consulant" van Lodewijk Napoleon, daarna adjunct-maire van
Haarlem, vervolgens hoogleeraar in de Geneeskunde te Leiden
en eenige jaren later Inspecteur-Generaal van den Geneeskundigen
dienst van land- en zeemacht. Hij eindigde ten slotte, overdekt
met ridderorden en lidmaatschappen van binnen- en buitenlandsehe
genootschappenals lijfarts van Z. M. Koning Willem I.
Een carrière om van te drooinen!
De op de Series in de 4de en 5de plaats genoemde hoogleeraren
J. C. Broers en C. PrutjS van der Hoeven, waren eigenlijk
toenmaals de krachten in de faculteit.
Broers onderwees de heel- en verloskunde, was in de jaren,
dat de Man zijn onderwijs genoot, in de kracht van zijn leven
en vooral bekend om zijn groote kennis der Pathologische Ana-