19 veel is door de Man niet voor altijd bewaard gebleven, en hoe zeer zal dit nog in den loop der jaren in waarde toenemen Ik doel hier niet in de eerste plaats op zijn allerbekendste historische werk: de Geneeskundige School, hoezeer dit ook ieder trof door de ingehouden satire waarmede toestanden en vooral mensclien worden beschreven. Er is historisch werk van de Man, dat, al is het minder bekend, toch m. i. hooger staat. Neemt eens ter hand zijn: „Leonardos Stocke," de levens beschrijving van een geneesheer te Middelburg omstreeks 1730, en Ge leest het in één adem uit. Hoe goed is deze geschiedenis geschrevenvan den jongen geneesheer die aanvankelijk als een zon opgaat, om daarna in een hevig medisch conflict verward te raken, wanneer hij als oorzaak van het heupgewrichtslijden zijner nicht in Veere syphilis vaststelt, en deze diagnose hardnekkig vasthoudt, Hoe deze medische ruzie, die steeds heviger wordt en waarin zelfs Boerh aave wordt betrokkenten slotte den bekwamen taan nooptdoor vijandschap achtervolgdde stad voor goed te verlaten. Of leest eens een eenvoudig artikel in de Geneeskundige Cou rant van 1893 over J. Baptist de Loeil. De Man verdedigt hierin de Loeil, de laatste hier ter stede, in 1850, ter dood gebrachte. Hij was geneesheer en werd op de Markt opgehangen. De Man behandelde dien Collega in de gevangenis en had on danks alles medelijden met den diepgezonken kunstbroeder. Het artikel eindigt met een paar zinnen, zooals alleen de Man ze schreef: „Na afloop der executie, maakte de wetenschap zich nog schuldig aan een kleine overtreding van de wet op het begraven. Twee heeren uit Middelburg, wier namen ik verzwijg, bezorgden zich voor een fooi den schedel van den man; de schedel vertrok naar Amsterdamik zag hem later in het kabinet van Professor P Yrolik; hij zag er netjes uit maar anomalien waren er niet aan te zien. Professor Vrolik noemde hem den schedel van een Zeelander, dat was een ethnographische fout. De planken van het groote schavot zijn later gebruikt tot het maken van een muziektent op het Molenwater."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 67