22 Ik zou L voor mijne meening meer staaltjes kunnen bij brengen, maar geef er de voorkeur aan Ti te vragen Uw blik te wenden naar dat gebied, waar, naar ik meen, de Man's blijvende beteekenis is te vinden. Dat is liet gebied der volksgezondheid in den ruimsten zin. Hier is het uit met het eenvoudig lezen van wat de Man schreef, hier begint wel degelijk het bestudeeren. En hier op dit gebied ook vinden we den grondslag van de Man's maat- schappelijken invloedevenals de vruchten van zijn onverdroten arbeid als lid van zoo menige commissie uit de Afdeeling Zee land van de Ned. Maatscli. tot bev. der Geneeskunst, Wanneer we de wordings-geschiedenis lezen van die Afdeeling, dan staan we verbaasd over het vele maatschappelijke werk, dat al ras van de jonge Afdeeling uitging en we begrijpen met welk een vuur en een werkkracht de Man daaraan meedeed. Het moeten voor iemand van zijn gaven schoone jaren zijn geweest. Als lid van verschillende commissies uit de Afdeeling schreef de Man verhandelingen over: de cholera-epidemie in 181849 in Zeeland; een statistiek over de vrijstellingen van lotelingen in Zeelandeen verslag over de keuring van miliciens en schut ters; een verslag over het gebruik van dierlijk voedsel in Zee land. Met A. A. Eokker gaf hij een plaatsbeschrijving van Middelburg en een rapport over loodvergiftigingen hier ter stede. Verder schreef hij over garnalenvergiftiging, over het afnemen van sommige ziekten in Middelburg, over een epidemische ziekte welke in liet jaar 1843 heeft geheersclit te Arneniuiden, over de statistiek der maandelijksche sterfte, de statistiek der doodge borenen, de ziekenverpleging der behoeftigen in de Provincie Zeelanden over een epidemie van pokken in Middelburg in 1855. En ook dit alles vormt samen nog geen volledige op somming. Het is natuurlijk onmogelijk dat alles hier te bespreken, we moeten een keus doen, en op slechts enkele dier werken nader ingaan, om kortelings aan te toonen, waarom me dit werk van de bovenste plank schijnt; natuurlijk in aanmerking genomen de jaren waarin het werd geschreven. En wanneer ik er dan een drietal geschriften uitkies, die me de allerbeste schijnen, dan kan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 70