38 Holland en Zeeland naar Brugge stevenden in 1303 liep graaf Willem III hier met zijn vloot van Hollanders en Zeeuwen binnentoen hij de Vlamingen slag ging leveren bij Terhof stede 2). Op den duur echter onderging de Vloer hetzelfde lot als de Zwinmond bij Sluis. Slikken en zandplaten versperden er hoe langer hoe meer den doortocht en groeiden mettertijd zoodanig aan, dat hij in den aanvang van de zestiende eeuw voor de groote vaart geheel onbruikbaar was geworden 3). De hand over hand toenemende verslijming bracht te weeg dat Phi lips de Schoone in Maart 1487 aan Philips van Kleep, heer van Ravenstein, octrooi van bedijking verleende voor „de schor ren en aanwerpen van Breskenszand en dat, hetwelk ligt vóór de Cleyhemspolder 4), strekkende tot aan den hoek van den dijkpol- der Veerzandpolder 5) geheeten, mitsgaders de kleine schorren, aanwerpen en opwassen strekkende oostwaarts langs den dijk van Vlaanderen van het genoemde Veerzand af tot aan Gaternisse 6) en de plaats, welke men 's Papen noemt, alle welke schorren grenzen, palen en strekken ten eerste van de genoemde plaats 's Papen oostwaarts tot aan de diepte van het water, zuidwaarts van 's Papen langs de zee tot aan Veerzandj, westwaarts tot aan de duinen van Wulpen de Vloer zoover hij strekt daarin be- 1) Blijkens het tolreglement voor het Zwin van 1252, uitgegeven in Janssen en van Dale Bijdragen tot de oudheidkunde en geschiedenis van Zeeuwscb- Vlaanderen V blz. 1 vlg.; vgl. ook diezelfde Bijdragen I blz. 348. 2) Rijmkronijk van Melis Stoke uitg. Huydecoper, III blz. 70. 3) Vgl. Gilliodts, Bruges port de mer p. 179. 4) De nog bestaande en thans vlak tegen de zee aanpalende Cleyhemspolder. 5) De thans verdwenen Veerzandpolder schoot bijna over zijn gansche lengte vóór den Cleyhemspolder heen, en grensde toen zooals de tekst leert onmiddellijk aan de zee. 6) Van de kerk van het spoorloos verdwenen Gaternisse waren gelijk Hunnius die van 16761690 predikant was te Oostburg, in zijn Zeeuwscbe Buise (Noo- dige voorafspraak blz. v.v.) verhaalt nog na 1664 de fundamenten op het schorre bij den Rooden hoek te zien. Op de van tusschen 1651 en 1662 dateerende kaart van Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen van Jacob Mogge wordt op het schorre vóór den Oranjepolder onder IJzendijkedat later in de dijkage van Hoofdplaat is opgenomende plaats van de kerkruïne aangeduid en wel nabij het tegen woordige gehucht Klakbaan. 7) Blijkens een acte van tusschen 1545 en 1552, medegedeeld door Gilliodts Bruges port de mer p. 179 werd de Vloer gerekend niet verder westwaarts te loopen dan tot daarwaar de zich vóór den Kleinen en den Cleyhemspolder uit strekkende Veerzandpolder begon.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 86