40 land van Groede wordt gescheiden. Betrekkelijk spoedig moeten de abt vail St. Pieters c. s. het hun toegewezen deel, het latere Oud-Breskens, aan de zee hebben ontwoekerd, want bij den omslag van de belastingen over het Brugsche Vrije van 3 April 1518 bracht men „Breskenszand" al voor een zekere som op het kohier J). In elk geval heeft de bedijking reeds haar beslag verkregen vóór 12 Januari 1527, toen. Philips van Kleef aan Jan Humans en eenige anderen octrooi gaf om „ten eerste te half Maarte eerstkomende" in te polderen „het uitgors en slikland van Klein Breskens -)gelegen annex aan Breskenszand" en blijkens gedane opmeting groot „500 gemeten lands of daarom trent". Volgens de bepalingen van het octrooi moesten IIumans c. s. „ter eere Gods, zijner gebenedijder moeder de maagd Maria en van de maagd Sr, Barbele die daar patronesse isgeven en consenteeren om aldaar te helpen maken het choor van de kerke aldaar een gescliot van 30 grooten eens op elk geniet" 3). Legt men daar de bepaling naast van het octrooi van 1510, waarbij den bedijkers eveneens het opbrengen van zeker geschot ten behoeve van den kerkbouw werdt opgelegd, en welke spreekt van de maagd St Barbara, „die daar patrones wezen zal"dan ligt de gevolgtrekking voor de hand, dat de dorpskerk in 1527 indien al niet voltooid ten minste reeds gewijd en in gebruik genomen was. Zoo was het aanzijn gegeven aan een parochie, wier grond gebied zich al vóór 1562 ja misschien al vóór 1554 door de bedijkingen van den Kleefschen en den Barbarapolder 4) nog meer uitbreidde en, alles bijeengeteldeen oppervlakte besloeg van over de 850 hectaren 5). 1) Ordonnantiënstatutenedicten ende placcaerten van Vlaanderen I (Antw. 1662) blz. 564. 2) Later meestal Jong Breskens genoemd. 3) Een afschrift van dit octrooi is opgenomen in een op het Algemeen Rijks archief berustend register van de 17e eeuw. 4) Zij worden heide reeds aangeduid op de in 1562 vervaardigde kaart van PouitBUS, en naar het schijnt ook op de figuratieve schets van 15431554 bij Gilliodts, Bruges port de mer. De Barbarapolder, in de 18e eeuw te gronde gegaan, lag aan den noordoostelijken rand van de parochie, tegen Oud- en Jong Breskens aan die er gedeeltelijk door werden afgescheiden van de zee. 5) De grootte der verschillende polders bedroeg vóór de inundatie van 1583: Oud-Breskeus 1284, Jong Breskens 526, Kleefsche polder 64, Barbarapolder 47 gemeten, Janssen en van Dale, Bijdragen II blz. 148.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 88