47
er in was, en zij hebben alzoo gedaan; zij verbrandden alle de
huzen en schuren met de vruchten daarinnedat een klage was
om te hooren" De forten echter, welke de Spanjaarden daar
mettertijd hebben aangelegd om de landzaten te beschermen tegen
de strooptochten van de Zeeuwen 2), en overeenkomsten als die
van 26 Februari 1596, waarbij de stad Brugge en de Staten
van Zeeland o. a. afspraken dat langs de kust tusschen Blanken-
berghe en Nieuwerhaven ten oosten van Breskens, geen vrij
buiterij meer zou worden gepleegd 3), het een en het ander moet
op Cadzandschen bodem het leven nog dragelijk genoeg hebben
gemaakt om er de bevolking te doen blijven en daarmede tegelijk
het onderhoud van de zeeweringen, zij het ook gebrekkig, te
verzekeren. Misschien valt het aan de betrekkelijke veiligheid
van het eiland toe te schrijven dat messire Anselmus Adornis
zich door den oorlog niet van de door zijn familie aangevangen
bedijkingen onder Nieuwvliet liet terughouden, maar in 1602
uit het Zwarte Gat den Grooten St. Anna aanwon 4), een
gedeeltelijke vergoeding voor het verlies, dat Cadzand door de
inundatie van den Tienhonderdpolder had geleden 5).
Een betere tijd daagde op voor de streek toen de sluiting van
het Bestand in 1609 haar een aantal jaren van ongestoorde rust
1) Guillaume Weydts, Chronique flamande ('15711584) p. 124.
2) In de rekening van het Brugsche Vrije over 15 Aug. 159515 Aug. 1596
bij Priem, Précis analytique lie Série, T. IV p. 143) is van het opwerpen van zulke
versterkingen sprakeen in de hieronder aangehaalde overeenkomst van 26 Febr.
1596 wordt met name van het fort te Cadzand gewaagd. In 1604 lagen er drie
forten op zijn minst, zie mijn Verovering van het Land van Cadzand in 1604
blz. 6, 7.
3) Bij Gilliodts van Sevkren, Cartulaire de 1' ancien consulat d' Espagne a
Bruges, p, 547. De tekst toont aan dat er voor dien ook al dergelijke overeen
komsten hebben bestaan.
4) Estat et inventaire de tous les biens de feu messire George Lambert Adourny
trespassé en la ville de Bruges le 28 de janvier 1635, bij Gilliodts, Contumes des
petites villes etc. du quartier de Bruges, VI p. 601 ss.
5) Wanneer deze inundatie heeft plaats gehad is mij niet bekend, zeker reeds
vóór 24 Maart 1605 toen, blijkens het door den laudsontvanger Serltppens te
Sluis bij brief van 8 Mei 1606 aan de Staten-Generaal overgezouden kohier van
de verpachting der geconfiskeerde goederen werden verpacht„omtrent 600 gemeten
schorren liggende in den Tienhonderd aankomende diverse personen houdende de
partije van den vijand."