X van den oorlog, geene belangrijke muntveilingen in ons land hebben plaats gehad, is er weinig gelegenheid geweest aan de verzameling ontbrekende stukken aan te koopen. Onder de aan winsten mogen eenige Angelsaksische muntjes worden opgemerkt, afkomstig uit de verzameling van wijlen juffrouw Ellie Pekel haring, vroeger te Middelburg woonachtig en die vermoedelijk een 40 jaar geleden op het strand van Domburg zijn gevonden. Eenige herinneringsmedailles werden aangeboden door het lid den heer J. C. Eabius te 's-Gravenhage. Ook mag een belang rijke aanwinst worden genoemd de groote gouden eerepenning op den stempel van het genootschap geslagen, in 1874 uitgereikt aan mr. M. E. Lantsheer. „Oorlogspenningen heb ik gemeend niet meer te moeten aan- koopen, daar hun aantal, vooral wat Duitschland betreft, legio is, en penningen uit andere landen thans moeilijk zijn te verkrijgen. „Mede tengevolge van den oorlog is het kabinet in 1916 door geene buitenlandsche numismaten bezocht, noch zijn afdrukken van zeldzame muntjes ter bestudeering aangevraagd. „De aanwinsten zijn als volgt: „A. Munten. Frankische denier of Angelsaksische sceatta. Vz. Twee elkander aanziende gekroonde hoofden, door een kruis, eindigende in een dwars liggende E, gescheiden. Kz. Vier vogeltjes rondom een kruisje. Verg. Macaré I, III, no. 58Zilver. Angelsaksische sceatta's. Vz. Hoofd naar rechts. Runen |X f5. Kz. daaromheen verwarde letters. Verg. Macaré I, II, no. 23Zilver. Vz. Vogeltype. Kz. Gepareld vierkant met vier streepjes rondom een ringetjeZilver. Vz. Verbasterd profiel met zeer scherpen neus, twee stippen op de plaats van de lippen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1917 | | pagina 14