11
en doorwrocht met aarden zoden, tenden de respectieve nollen of
ingebroken dijkstalen t) ter lengte van omtrent 10 roeden uit
den laagsten oever zeewaarts en voorts opwaarts gehecht en vast-
gesloten, ieder opgaande tot boven aan den ouden dijk, gestrekt
schuins en zachtelijk, de eerste van ebbe en de andere op den
vloed, om daardoor de voorzeide stroomen af te leiden en naar
alle apparentie te dwingen naar de overzijde van de plaat. Of
wel door het maken van die hoofden het ingekankerde schorre
niet zou staan om aan te wassen en wederom te verlanden, zoo
zouden niettemin (meende hij) de gronden wezen behouden voor
verdere onderlooping, immers niet zooveel dat het den Elizabeth-
polder zou kunnen bekommeren, daarbij te considereeren is dat
de vloed en ebbe, door die hoofden zoodanig gestuit en afge
wezen wordende, consequentelijk de overliggende aangeworpen
zandgronden 2) gescherpt en afgenomen zouden wordentotdat
bij verandering van stroomen het water hier alzoo gediverteerd
wordende zijn koers wel zou kunnen veranderen". De beide
hoofden, ieder lang 10 roeden, breed 2 roeden op de kruin en
3 roeden in den grond en boven gewoon laag water 3 voet hoog
„en alzoo dorsseerende gesloten met rijs- en aardewerken tot
boven aan de kruin en bezet met zinksteenen"zouden naar zijn
schatting kosten omtrent 14 tot 15000 gulden 3).
Nadat de gedeputeerden bij hun terugkeer in Den Haag van
alles verslag hadden gedaan en de zaak in den Raad van State
en de Staten-Generaal andermaal was behandeld, werd aan hun
opvolgers, die in het voorjaar van 1686 voor het inspecteeren
der vestingwerken naar Staats-Vlaanderen vertrokken, van wege
de Staten-Generaal opgedragen dat zij een „beschrijving doen
zouden van de polders en landen, omtrent den Elizabethpolder
gelegen en bij deszelfs conservatie geinteresseerd zijnde, en dezelve
door alle mogelijke middelen van inductie bewegen om naar rato
mede in de somtot het leggen van twee hoofden gerequireerd
te contribueeren" 4). Werkelijk hebben de gedeputeerden in een
1) NI. aan den oostkant van den polder.
2) NL van de Hoofdplaat.
3) Najaarsverbaal Vlaanderen Raad van State 1685.
4) Resol. Staten-Generaal 1 Maart 1686.