48
zijne klok afstand te doen. Maar nu geeft hij toch aan het ver
zoek gehoor. 7 December bericht oom aan zijn neef„Je brief
heb ik tegelijk met de klok ontvangen. Ons huis, waarde neef,
is nog altijd niet kunnen beveiligd worden tegen den kwaden
invloed van wind en regen. Deze zaak verloopt zoo als het
meestal met bouwers gaat, steeds kost het meer tijd en geld,
dan voorzien was. Je vader werkt er in dit winterweer nog altijd
aan met (neef) Gerbrant, en hij acht het niet verstandig er van
daan te gaan voordat het gebouw in veiligheid is. Als de winter
strenger wordt of er vorst komt, wat tot dusverre Goddank is
uitgebleven, dan zou het gedaan zijn met metselen en zouden
we moeten wachten totdat de Lente het gras doet ontspruiten.
Maar ik hoop er het beste van en als de schipper ons niet be
drogen heeft door later te komen, dan geloof ik, dat het huis thans
reeds gedekt wordt met van die platen gebakken klei (pannen).
Want riet kon door de slechte wegen niet naar het huis gevoerd
worden en daarom is het bijtijds bij den leverancier afbesteld"
(Neef) Gerbrant, van wien in dezen brief en later herhaaldelijk
sprake is, zal vermoedelijk een zoon zijn van Salome Cats, die
na 1569 getrouwd was met Gerbrand Gerbrandsz. te Brouwers
haven.
Het zou nog tot het najaar van 1615 duren voordat het huis
klaar was. De blijde tijding ervan dateert van 8 November 1615.
„Die Stroobant, dien je wel kent", schrijft Jacob uit Middelburg
aan Lev art, „heeft nu de laatste hand aan ons huis gelegd. En
1) „Tuas una cum horologio accepi. Nondum, mi nepos, edificium illud nostrum
ab iniuria aëris et pluvie tutum reddi potuit. Ita productum est illud negotium
prout vulgo edificantibus contingere assolet, plus temporis, plus peeunie semper perit
quam initio creditor. Pater ibi hyberno hoc coelo adhuc agit eum Gerbrando, nee
inde recedere tutum arbitrator nisi edificium in toto sit. Si biems asperior vel gelu
aliquid supervenisset (quod benigno illi "Deo dante nondum contigit) actum foret
cum nostra ilia substructione condenda et relinquenda fuisset dum Ver in tlorem
torpentes evocet herbas. Nunc melius spero et nisi nauta nos fefellerit, sero ad-
veniendo, iam credo domus abducitur fictilibus istis laminis. Arundo euim incom-
modo viarum in villam adduci non potuit et proinde id in tempore venditori
renunciatum erat."