75
Kruidkundig Archief", 'torgaan der Ned. Bot. Ver. in orde.
Voor de oprichting der Ned. Bot. Ver. had Van den Bosch zich
vooral gewijd aan de studie der Zeeuwsche Elora. In 1841 publiceerde
hij in het „Tij dschrif t voor Natuurlijke Geschiedenis
en Physiologie" een „Enumeratio plantarum Zeelan-
diae Belgicae in di gen arum". Hierop volgden een drietal
supplementen (in de deelen VIII, X en XII van genoemd tijd
schrift). Met nadruk vermeld ik, dat Van den Bosch hier vooral
ook de fundamenten gelegd heeft van onze kennis der Zeeuwsche
bryologische flora (rnusci en hepaticae), terwijl talrijke andere
floristen der vorige eeuw deze plantengroepen maar al te zeer verwaar
loosd hebben. De internationale beteekenis van Van den Bosch ligt
in zijn publicaties over Indische pterydophyten. Vooral de familie
der Hymenophvllaceae heeft hij monographisch bewerkt (1858,
Inleiding tot de kennis der Hymenophyllaceae;
1861, Hymenophyllaceae Javanicae). Ook schreef hij in
het Nederl. Kruidk. Archief over andere exotische Eilicales.
Dr. Goddijn heeft in 1913,in een studie „Hymen ophyllaceae
Javanicae, auctore R. B. van den Bosch, verschenen
in de „Mededeelingen van 's Rijks Herbarium no. 17",
de verdiensten van Van den Bosch op dit gebied op kritische
en heldere wijze geschetst.
Een heel andere figuur treedt ons tegemoet in de persoon van
den eenvoudigen en bescheiden dorpsdokter A. Walraven. Ook al
mag zijn internationale beteekenis nihil en zijn nationale beteekenis
slechts gering zijn, toch is hij een der ijverigste en kundigste
Zeeuwsche botanici geweest. De 19e Eebruari 1820 werd hij te
Nieuw- en St. Joosland geboren. Hij bezocht gymnasium cn
klinische school te Middelburg en vestigde zich in 1841 als
arts te 's-Heer Arendskerke, korte tijd hierna trad hij in het
huwelijk met Mejuffrouw A. M. Ivooman, stadsvroedvrouw te
Middelburg. In 1844 vestigde hij zich te Hoek bij Terneuzen.
Na nog eenige jaren te Lamswaarde, bij Hontenisse, de praktijk