76 uitgeoefend te hebben, keerde hij weer naar zijn geboorteplaats terug. Aldaar is hij 20 October 1895 overleden. Voor nadere bijzonderheden omtrent zijn leven zij verwezen naar een biographie van J. G. de Man x). Walraven bewoog zich op velerlei gebied. Zoo publiceerde hij e.g. in 1872 „De 1'action du Sulphate de quinine" en in 1879 zag van zijn hand „De Garnalenvisscherij in Zeeland" het licht. Hij ontving een medaille voor zijn ijver, betoond bij de invoering der vaccinatie, ook schonk de Zeeuwsclie Maatschappij van Landbouw hem haar eeremetaal voor een ver zameling van meer dan negentig Zeeuwsclie gramineae. Walraven werkte ook mee aan de „Flora Data va", hij schreef allerlei artikelen in de „Middelburgsclie Courant" en in het „Archief van het Zeeuwsch Genootschap". In het „Nederlandsch Kruidkundig Archief" publiceerde hij studies over de Zeeuwsclie Flora. Zeer belangrijk is zijn „Lijst v a n openbare en bedektbloeiende Vaatplanten in Zeeland" (1877, Ned. K. A. II, III pag. 108 sqq.) Hier worden totaal 866 Angiospermen vermeld, waarvan er 615 op Walcheren, 521 op Zuid-Beveland, 193 op Noord-Beveland, 354 op Schouwen-Duiveland, 253 op Tliolen en St. Philipsland, 640 in O. Z.-Vlaanderen en 452 in W. Z.-Vlaanderen groeiden. Later heeft hij in samenwerking met D. Lako een „Tweede Lijst van openbaar en bedektbloeiende Vaatpla.nten in Zeeland" gepubliceerd (Ned. K. A. II, VI, I). Last not least zij melding gemaakt van zijn verdiensten als Conservator der „ITora Zeelandiae" (zijnde een Herbarium van Zeeuwsclie hoogere planten), onder gebracht in het museum van het „Zeeuwsch Genootschap". Dit Herbarium staat momenteel onder het beheer van mejuffrouw A. Ogterop. In December 1925 stelde de heer P. de Bruijne te Middelburg, mij een manuscript ter hand dat, afkomstig van A. Walraven, een catalogus van 1) Levensbericht van A. Walraven, geneesheer in de gemeente Nieuw- en Sf. Joosland door J. G. de Man (Midd. Courant no. 250, 1895).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1927 | | pagina 158