82 Nog vele anderen hebben zich gedurende de vorige eeuw met de Zeeuwsche plantenwereld beziggehouden. Walraven Blaas was tuinbaas op het landgoed „Moesbosch". Hij verschafte zoowel R. B. van den Bosch als A. Walraven gegevens voor hun enumerationes. Verder is hij de grondlegger van het Her barium Zeelandiae in het museum van het Zeeuwsch Genootschap. C. Brakman, afkomstig uit Groede, tegenwoordig woonachtig te Zeist, heeft veel in Zeeland gebotaniseerd o. m. in samenwerking met D. Lako en A. Walraven. J. W. Loysen Dillié schreef o. m. „Nemesis divina, een onuitgegeven handschrift van Linnaeus" en Alexander von Humboldt en de geest van twee eeuwen". Op floris- tisch botanisch gebied is naar het schijnt niets van zijn hand verschenen. J. C. Eredertks was gesproten uit een Saksische familie. Nagtglas vermeldt, dat hij een der eersten was, die zich met Daguerreotype en fotografie bezig hielden. Ook had hij veel liefde voor de microscopie, hij praepareerde allerlei wiertjes en kleinere zeedieren. Verder had hij een insectenverzameling. Hij leverde materiaal voor de lijsten van Walraven. Ten slotte zij nog ver meld, dat hij rijpe vruchten van Bic aria verne vond (in 1872, tijdens een vergadering der Ned. Bot. Ver., gedemonstreerd). Dr. H. van Hall werd 12 October 1866 benoemd tot leeraar aan de BI. B. S. te Middelburg. Met veel energie heeft hij ge werkt aan de uitbreiding van de aan genoemde school verbonden Botanische Tuin. In 1871 publiceerde hij: „De Kruidtuin van 's Rijks IToogere Burgerschool te Middelburg". In het Vereeni- gingsherbarium der Ned. Bot. Ver. bevinden zich eenige door hem op Walcheren verzamelde musci veri, welke door onze groote bryoloog Dr. G. M. van der Sande Lacoste gedetermineerd zijn. Dr. H. C. van Hennekeler was in 1825, als zoon van zeer eenvoudige ouders, te Nijkerk geboren. In Arnhem studeerde hij voor onderwijzer en was achtereenvolgens in deze functie werkzaam te Elburg en Wijk bij Duurstede. Na 1850 doceerde hij wiskunde

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1927 | | pagina 164