84 ingelijfd. (Men zie hierover: „Archief" 1925, pag. XXIII). Mej. A. Ogterop heeft met veel ijver en succes op Walcheren gebotaniseerd. Haar herbarium bevindt zich in het „Rij ksb er ba rium" te Leiden. Hoewel zij in de laatste jaren weinig excur sies meer kon maken, verricht ze zeer nuttig werk in hare functie van conservatrice van het „Herbarium Zeelandiae". Schiettekatte was architect te Middelburg en ijverig hortulanus aan de plantentuin van de Hoogere Burgerschool. Dr. W. K. J. Schoor was leeraar aan deH.B. S. te Zierikzee, van 1873 tot 1880 was hij lid der Ned. Bot. Ver. Hij werkte meer op planten-physiologisch en op botanisch-historisch dan op floristisch gebied. Dr. W. F. R. Schuring a was eveneens omstreeks 1870 leeraar aan de H. B. S. te Zierikzee. Hij maakte zich verdienstelijk door het schenken van talrijke planten aan het Vereenigings-Herbarium van de Ned. Bot. Ver. Weliswaar waren dit geen rariores, maar toen de heer Schuringa in 1874 deze schenking deed, bezat genoemd Herbarium geen planten van Schouwen en Duiveland. Van 1876 tot 1880 was hij lid der Ned. Bot. Ver. De bedoeling van deze historische schets is niet om het werk te teekenen van hen, wier arbeid tot onze tijd behoort. Daarom zij dan ook slechts terloops gewezen op de verdiensten van de heeren A. W. Kloos, O. Posthumus, C. Sipkes, J. C. Sloep en W. W. Schipper, die, ieder op zijn wijze, veel hebben bijgedragen tot de kennis der Zeeuwsche Flora. Het ware zeer te wenschen, dat de in Zeeland woonachtige biologen, voorzoover zij botanici zijn, wat meer interesse voor de floristiek van dit gewest toonden. Want Zeeland heeft noodig een tweede Van den Bosch, iemand die, vertrouwd met de moderne oeeologie en sociologie, ook een open oog heeft voor systematisch-botanisch onderzoek.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1927 | | pagina 166