Dan volgt een rozenobel van Eduard IV, waarvan ik een 17-tal telde. Van Hendrik VIII zag ik een 8-tal „angels", den aarts engel met beide voeten op den draak. Koningin Elisabeth had eveneens een „angel", met op de keerzijde de letter E en een roos boven het wapen; maar tevens een gouden souverein met haar borstbeeld, met dit opschrift op de keerzijde: SCVTVM FIDEI PROTEGET EAM. Van Jacobus I verschillende exemplaren van den „Unite" als mede van den „laurel" of 20 shillingsstuk. Dit is de eerste Engelsche munt, waarop de Koning, die als Caesar Augustus van Engeland wenschte afgebeeld te worden, met een laurierkrans prijkt. Hij draagt dau ook een Romeinsch gewaad. Ook het 10 shillingsstuk en een kleinere gouden munt waren nog daarbij. Van Karei I 16251649 waren de jongste munten, unites of stukken van 20 shillings. Ook deze vorst is gelauwerd. Schotland was vertegenwoordigd door een „Sword and sceptre piece" van Jacobus VI. Op de keerzijde twee gekruiste zwaarden, tusschen twee distels. Daarboven een kroon. Het is opvallend, dat in de vondst geen enkele Duitsche goud gulden was. Slechts één dukaat van Hongarije en twee dito van van Salzburg met afbeelding van den H. Rudbertus. De oudste was van Michael von Khuenburg 15541560, de jongste van diens opvolger Johann Jacob Khuon von Belasy (1560—1586). Om niet al te uitvoerig te worden, vermeld ik slechts, dat van Spanje, behalve vele dubbele dukaten, van Eerdinand en Isabella, een aantal dubbele pistoletten van Philips III aanwezig waren, die op buitengewone wijze waren besnoeid. Portugal had vier munten met op de keerzijde een schuin kruis met vijf stippen in iederen hoek. OmschriftIN HOC SIGNO V!NCES. Ten slotte een dukaat van Turkije. En hiermede is het voor naamste van de vondst verteld. Over de overige aanwinsten behoeft niet afzonderlijk te worden gesproken. XXIV

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1927 | | pagina 30