XXX
Het onderzoek in zake liet dragen van de Zeeuwsclie kleeding
door schoolkinderen op Walcheren en Zuid-Beveland werd in
Maart 1926 door den heer Dr. W. S. Unger beëindigd; het
verslag kon nog als bijlage IV bij het jaarverslag der Commissie
over 1925 worden gevoegd.
De door den heer B. Bemijn toegezegde beschrijving van de
werkwijze, gevolgd bij de bereiding der meekrap in de meestoof,
kwam nog niet gereed.
Ten behoeve van het in Juli 1926 opgerichte Molen- en Mo
numentenfonds werden in 1926 635 circulaires, voorzien van
een inschrijvingsbiljet, verzonden. Hiervan werden slechts 26
biljetten voor een totaal bedrag van f 246,50 terugontvangen.
De lijst der inschrijvers volgt als bijlage IV. Van het, na aftrek
der onkosten, overblijvende bedrag van f 199,50 werd 100,
toegezegd aan freule S. bsse Collot d'Escury voor herstel en aan
koop van den molen te Kloosterzande en f 50,aan den heer
D. H. van Bhee voor herstel van zijn molen te Zonnemaire".