5 laag afliep (Tegenwoordige staat [van Zeeland], Amsterdam 1753, dl. 2 0, p. 221); verhalen uit dezen tijd zijn misschien de oor sprong van de legende, dat de ontdekking bij een lagen eb zou geschied zijn. Thans ligt de plaats van den Nehalennia-tempel zeker een aanmerkelijk eind buiten de eblijn. Hiermee klopt, dat ik nooit een Romeinsche scherf in de derrie of klei gevonden heb, doch slechts los aangespoeld (vgl. mijn jaarverslag „Archief" 1926 p. IX) Hoever in zee het Romeinsche terrein te zoeken is, weet ik niet. A. A. Beekman (geschiedkundige Atlas v. Ned., Zeeland in 1300, 's-Gravenliage, Nijiioff, 1921, p. 29) schrijft: „De Nehalennia- tempel bij Domburg en andere overblijfselen van een Romeinsche vestiging aldaar lagen in het laatst der 17e eeuw aan den toeninaligen buitenvoet van het duin en liggen nu 250 a 300 M. in zee". Hoe de schrijver tot deze cijfers gekomen is, zegt hij niet uitdrukkelijk. Men ziet overigens, dat Beekman als ervaren geograaf en op grond van de bronnen natuurlijk wel weet, dat de tempel, zooals ik boven aantoonde, aan den duinvoet te voor schijn gekomen is. Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen, dat de Nehalennia-tempel vóór 1647 ooit overstroomd geweest is. Het is van belang dit te constateeren. De bij Domburg door mejuffrouw M. G. A. de Man en door mij met behulp van anderen verzamelde scherven van Romeinsch aardewerk dateeren (voorzoover door Holwekda en Remouchamps onderzocht) uit een vrij scherp begrensde periode van einde le eeuw na Ghr. tot begin 3e eeuw en ook het meeren- deel der bij Domburg gevonden Romeinsche munten (speciaal de niet sterk afgesleten exemplaren) is in deze periode geslagen. Men moet zich dus afvragen: waardoor dit abrupte einde? en men zou licht kunnen veronderstellen, dat de dragers der Romeinsche cul tuur in de eerste helft der 3e eeuw na Chr. door overstroomingen van deze kusten verdreven zijn. Tot deze veronderstelling geven echter noch de plaatselijke omstandigheden, noch de geschiedenis der Romeinsche bezetting in Nederland aanleiding, want in hoofd-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1927 | | pagina 83