10
bewaard bleef en na de vorming der Kudrunsage in deze streken
overging in het onsterfelijk middeleeuwsch heldendicht. Een merk
waardige reminiscentie aan dit gevecht op Wulpen vinden we in
een strophe uit het doodsgezang van den Noormannenvorst Rag
nare Lotbrok. Kervijn de Lettenhove geeft de Eransche
vertaling: „Dans le royaume de El a min gs nous ne triom-
phames qu'après avoir vu tomber le roi Ereyr, l'Aiguillon
sanglant de la blessure per^a l'armure brillante de Hoegne. Les
v ierges pleurèrent sur le combat du matin et les loups furent
amplement rassasiés. Nous avons frappé avec la glaive!" Evenals
in het Kudrunepos een koning, die in den slag valt (IIettel op
Wülpensant") en weenende maagden tijdens het gevecht.
De Noormannen bezochten in 861 met een vloot de monding der
„Isère" en ook Wulpen, waar de Heilige Willeb ito rdus in het jaar
690 het evangelie predikte, zoo lezen we in de annales 2). De kroniek
schrijver meent evenwel, dat dit bezoek niet het eiland van dien
naam betreft, maar waarschijnlijk het dorp Wulpen, niet ver van
Yeurne gelegen. Bewijzen daarvoor levert hij echter niet. Maar
in verband met het bezoek van dezen evangelieprediker aan Wulpen
zijn twee geleerden, nl. Blanciiard 3) en Gilltodts van Severen 4)
een heel andere meening toegedaan. Zij nemen namelijk aan,
dat Wulpen hier juist het eiland aan de Scheldemonding is!
Het eiland „Wül pen sant" dus uit Kudrun! Het citaat uit
Blanchaed's werk moge hier volgen. „C'est vers 695 que d'après
Alcuin, qui écrivait un siècle plus tard la vie du saint, le bien-
heureux Willebeord, fondait une église a Wulpen et aboudait
dans une lie du nom de Walcheren. On retrouve au IX siècle
Walcheren mentionnée comme une lie dans laquelle débarquent
les Normands en 827. II s'agit ici de l'ile de Wulpen,
1) Histoire de la Flandre. Brugge 1874, pag, 46.
2) Annales de la Socie'té d'Emulation, Ed. IA' pag. 155.
3) Blanciiard. La Flandre, Dunkenjue 1906, pag. 154.
4) Gilliodts v. Severer. Coutumcs du Pays de Flandre, Bruselles 1892, Bd. I
pag. 25.