AANTEEKENIMEN BIJ
NEHALEMIA-LITEEATUUB,
DOOR
P. J. VAN DER F EEN JR.
De literatuur over den Nelialennia-tempel is onlangs verrijkt
met een belangrijk repertorium, dat onze Zeeuwsche monumenten
uitvoerig behandelt en ze groepeert te midden van talrijke min
of meer vergelijkbare voorwerpen. In het groote verzamelwerk
Espérandieu, Recueil general des Bas-reliefs, Statues et Bustes
de la Gaule Romaine, T. IX (Paris, Impr. nat., 1925) vindt
men p. 5474 een hoofdstuk „Dombourg", waarin na een inleiding
met uitvoerige literatuurlijst de Nehalennia-altaren en andere te
Domburg gevonden votiefsteenen en beelden als nos. 66396667
nauwkeurig worden beschreven en afgebeeld (ten deele naar photo's
in ons museum genomen, ten deele naar den atlas van Janssen
en Dresselhuis 1845), met vermelding van nummers en blad
zijden, die in andere verhandelingen op elk afzonderlijk voorwerp
betrekking hebben. Voor vergelijkende studie is dit werk van
groot nut. Ondanks de nauwgezetheid van den schrijver, die in
1924 ons museum bezocht heeft (vgl. „Archief" 1925 p. XI) en
sedert 1926 tot de leden van ons Genootschap behoort, zijn enkele
vergissingen ingeslopen, welke in zulk een uitgebreid compilatie
werk, waarvoor uit tallooze bronnen moest geput worden, ook
wel onvermijdelijk waren.
Archief 1927 1