38 Het is bekend hoe hij na den moord op Floris V (23 Juni 1296) den jongen graaf Jan geheel in zijne macht wist te krijgen. De graaf werd onvrij en hoezeer dit tevens Wulfard's vrijheid beperkte, werd deze den 1 Augustus 1299 te Delft gewaar toen hij ten offer viel aan de woede van' het volk. Wij zagen reeds, dat Claes van Borssele, achterkleinzoon van Wulfard I, in 1400/1 al het ambacht in Popkensburg bezat. Maar, evenals zijne voorouders, kocht hij ook voort durend allodiale goederen1). Hoe zijn geslacht het allodiale kasteel Popkensburg verwierf, is niet bekend. Dat het be hoorde tot Clays van Borssele's eigendommen blijkt uit een charter van 1401, waarbij hij en zijne echtgenoote Maria van Arnemuiden, op dezelfde wijze als Wulfard I in 1282 met Zandijk handelde, den burg met de bijbehoorende landerijen schonken aan den Graaf, van wien zij die terugontvingen als een onversterfelijk erfleen 2). Zulk een leen kwam den vrijen eigendom zeer nabij. Uit den tijd vóór 1401 was vrijwel niets omtrent het kasteel bekend. Een enkelen keer wordt in de historische literatuur een Jan van Popkensburg genoemd3), echter buiten eenig redelijk verband. Schrijver dezes kwam nu in 1935 in briefwisseling met een lid van eene oude Friesche hoofdelingenfamilie in het tegen woordige Oldenburg. Aan de Westzijde van den Jade-boezem liggen van Zuid naar Noord drie oude landschappen Rust ringen, Ostringen en Wangerland. In 1359 vereenigde Edo Wimmeken van Rustringen de heerschappij over de drie ge bieden in zijne hand, maar vóór dat jaar stonden zij elk onder eigen judices of hoofdelingen. Eene thans nog bloeiende en 1R. Fruin, Beschrijving van charters, afkomstig van Anna van Bourgondië. in: Verslagen 's Rijks oude archieven, 1895, blz. 319 vig., nrs. 2, 3, 6, 8. 2) Van Mieris, a.w.. III. blz. 750. 3) J. Ermerins, Eenige Zeeuwsche oudheden, I, blz. 179; Bourdrez, a.w., blz. 1, waar de inhoud van de verzoeningsakte d.d. 30 October 1290 onjuist wordt weergegeven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 100