41 domus Theutonice beate Marie" en het is met hem gezegeld door het Duitsche Huis te Utrecht, gewijd aan Maria, in welk huis hij destijds dus blijkbaar verblijf hield. Zelfs is met groote waarschijnlijkheid na te gaan waarom Jan van Popkensburg Walcheren metterwoon heeft verlaten. Bij het verzoeningsverdrag van 30 October 1290 1stelde Floris V Wulfard van Borssele aan tot zijn raad en de Graaf benoemde voor het geval, dat zich opnieuw moeilijkheden mochten voordoen, eenige scheidsrechters. Het waren Hendrik Wisse, Wulfard's broeder. Gillis van der Poel, Philips van Wassenaar en broeder Jan van Popkensburg, eertijds com mandeur van Zandvoorde. De vrede duurde echter niet lang. Bij brief van 1 Augustus 1292 verklaarden Wulfard van Borssele en andere Zeeuwsche edelen zooals reeds werd medegedeeld 2) -opnieuw, dat zij den graaf van Vlaanderen als leenheer erkenden, daar Floris V zijne beloften had geschonden. Het laat zich denken, dat Jan van Popkensburg, een der scheidsrechters, door deze twisten in eene hoogst onaan gename positie tusschen den Graaf en Wulfard van Borssele geraakte. Hierin zal vermoedelijk de reden te zoeken zijn, dat hij Walcheren verliet en zich liet opnemen in het huis zijner orde bij Utrecht. Voor de laatste maal wordt hij genoemd in het boven vermelde charter van 26 Maart 1294, gegeven door den toenmaligen commandeur van Zandvoorde Bartout Radinc. Waarschijnlijk is hij dus in het einde der 13e eeuw te Utrecht overleden. Overzien wij nu het tot dusverre medegedeelde, dan kan de gang van zaken naar mijne meening als volgt worden gereconstrueerd. Jan van Lauerens in Wangerland, jongere zoon en dus bestemd voor den geestelijken stand, kwam als ridder van de 1Zie boven, blz. 37. 2) Zie boven, blz. 37.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 103